Download Print deze pagina

Sony Ericsson Xperia active Gebruikershandleiding pagina 77

Verberg thumbnails Zie ook voor Xperia active:

Advertenties

Verbinding maken met draadloze
netwerken
U hebt vanaf uw telefoon toegang tot internet met behulp van de Wi-Fi®-technologie. Op
deze manier kunt u op internet surfen en goedkoper bellen en gegevens overbrengen.
Als uw bedrijf of organisatie over een VPN (Virtual Private Network) beschikt, kunt u
verbinding met dit netwerk maken met uw telefoon. U kunt een VPN gebruiken om
toegang te krijgen tot intranetten en andere interne services in uw bedrijf.
Wi-Fi®
Met de Wi-Fi®-technologie hebt u draadloze internettoegang via uw telefoon. Als u via
een Wi-Fi®-verbinding toegang wilt krijgen tot internet, moet u eerst zoeken naar een
beschikbaar Wi-Fi®-netwerk en verbinding maken met dit netwerk. De signaalsterkte van
het Wi-Fi®-netwerk kan verschillen, afhankelijk van de locatie van de telefoon. U kunt de
signaalsterkte mogelijk verbeteren door uw afstand tot het Wi-Fi®-toegangspunt te
verkleinen.
Voordat u Wi-Fi® gaat gebruiken
Als u met behulp van een Wi-Fi®-verbinding wilt surfen, moet u een beschikbaar Wi-Fi®-
netwerk zoeken en hiermee verbinding maken, en daarna de internetbrowser openen. De
signaalsterkte van het Wi-Fi®-netwerk kan verschillen, afhankelijk van de locatie van de
telefoon. Verbeter de signaalsterkte door uw afstand tot het Wi-Fi®-toegangspunt te
verkleinen.
Wi-Fi® inschakelen
1
Tik op het Startpagina op
Tik op Instellingen.
2
Tik op 〇 naast Wi-Fi zodat 〇 wijzigt naar |. Op de telefoon wordt gescand naar
3
beschikbare Wi-Fi®-netwerken.
Het kan enkele seconden duren voordat Wi-Fi® is ingeschakeld.
Verbinden met een Wi-Fi®-netwerk
1
Tik op het Startpagina op
2
Tik op Instellingen.
3
Zorg dat Wi-Fi®-functie is ingeschakeld. Tik op Wi-Fi.
4
Beschikbare Wi-Fi®-netwerken worden weergegeven. De beschikbare netwerken
kunnen open of beveiligd zijn. Open netwerken worden aangeduid met
beveiligde netwerken worden aangeduid met
5
Tik op een Wi-Fi®-netwerk om verbinding met het netwerk te maken. Als u
verbinding probeert te maken met een beveiligd Wi-Fi®-netwerk, wordt u
gevraagd een wachtwoord in te voeren. Op de statusbalk wordt
als u verbinding hebt.
Wi-Fi®-netwerken waarmee u verbinding hebt gemaakt, worden onthouden door de telefoon.
De volgende keer dat u zich binnen het bereik van een Wi-Fi®-netwerk bevindt waarmee u
eerder verbinding hebt gemaakt, maakt de telefoon automatisch verbinding met dit netwerk.
Op bepaalde locaties moet u zich voor open Wi-Fi®-netwerken mogelijk aanmelden op een
webpagina voordat u toegang tot het netwerk krijgt. Neem contact op met de beheerder van
het Wi-Fi®-netwerk voor meer informatie.
Verbinden met een ander Wi-Fi®-netwerk
1
Tik op het Startpagina op
Ga naar en tik op Instellingen > Wi-Fi. Gedetecteerde Wi-Fi®-netwerken worden
2
weergegeven.
3
Tik op een ander Wi-Fi®-netwerk om hiermee verbinding te maken.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
.
.
naast de Wi-Fi®-netwerknaam.
.
77
en
weergegeven

Advertenties

loading