Volume
Het volume van de luidspreker en van de hoorn kunt u tijdens
een gesprek regelen met de toetsen
instelling bevestigt door op Ok te drukken, wordt dit automa-
tisch de standaardinstelling. Als u de nieuwe instelling niet be-
vestigt, is bij een volgend gesprek de oude instelling weer van
toepassing.
4.2
Microfoon uit (mute)
U kunt uw gesprekspartner tijdelijk van het gesprek uitsluiten,
bijvoorbeeld als u iets wilt overleggen zonder dat uw gespreks-
partner dit hoort.
>
U voert een gesprek.
1
Blader met >> naar het vervolgscherm van het display.
2
Druk op Mic. uit om de microfoon uit te schakelen.
>
In het display verschijnt Mic. aan en het symbool
dert in .
3
Druk op Mic. aan om de microfoon weer in te schakelen.
Als u verbreekt, wordt de microfoon automatisch weer in-
geschakeld bij het volgende gesprek.
4.3
Parkeren
U kunt een gesprek voor maximaal 3 minuten parkeren en dit
later weer terugnemen op uw eigen toestel of op een ander toe-
stel op dezelfde ISDN-aansluiting. U kunt eventueel uw toestel
verplaatsen naar een ander aansluitpunt op dezelfde ISDN-aan-
sluiting en daar het geparkeerde gesprek terugnemen. Daarna
zal de tijdaanduiding in het display weer gaan knipperen, de
overige instellingen blijven bewaard.
Standaard heeft elke gebruiker (ISDN-telefoonnummer A, B, C,
D en E) parkeercode 1. Voor het parkeren is het niet nodig deze
parkeercode in te toetsen; de code wordt automatisch toege-
kend. Ook als u het gesprek op hetzelfde toestel terugneemt,
hoeft u deze code niet in te voeren. Als u het gesprek terug-
neemt vanaf een ander (type) toestel, moet u deze parkeercode
wel invoeren.
U kunt voor elke gebruiker een andere parkeercode opslaan of
de standaard parkeercode wissen. Zie hiervoor Parkeercode op-
slaan. Als er geen parkeercodes zijn opgeslagen, moet u steeds
een parkeercode intoetsen als u een gesprek parkeert.
32
Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ
en
. Als u de nieuwe
-
+
ä ä ä ä ä
veran-