PROJECTOR EN ACCESSOIRES
Toetsen van de afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
ON
1 1
Om de projector in te schakelen.
COMP.1 (pagina 24~27)
2 2
Om te schakelen naar COMPONENT1-modus.
COMP.2 (pagina 24~27)
3 3
Om te schakelen naar COMPONENT2-modus.
S-VIDEO (pagina 23, 26)
4 4
Om te schakelen naar S-VIDEO-modus.
P.SIZE (pagina 37)
5 5
Om het beeldschermformaat aan te passen.
P.MODE (pagina 30)
6 6
Om de Beeldmodus te selecteren.
STILL (pagina 45)
7 7
12
Om stilstaande afbeeldingen weer te geven.
13
V.KEYSTONE (pagina 50)
8 8
14
U kunt deze functie gebruiken om het
trapezium van de afbeelding aan te passen.
15
QUICK (pagina 60)
9 9
16
Om snel terug te gaan naar het vorige menu.
17
MENU
1 1 0 0
Om het menuscherm weer te geven.
18
...†œ√ (Move) /
1 1 1 1
19
Om tussen iedere menuonderdeel te
bewegen of een menuonderdeel te
20
selecteren.
OFF
1 1 2 2
Om de projector uit te schakelen.
LIGHT (pagina 13)
1 1 3 3
Om de afstandsbediening in het donker te
gebruiken.
PC (pagina 25, 64, 66~70)
1 1 4 4
Om te schakelen naar PC-modus.
DVI (pagina 25, 64)
1 1 5 5
Om te schakelen naar DVI-modus.
COMPOSITE (pagina 23, 26)
1 1 6 6
Om te schakelen naar COMPOSITE-modus.
CUSTOM (pagina 31)
1 1 7 7
Om de Beeldaanpassingsmodus te
selecteren.
INSTALL (pagina 48)
1 1 8 8
Om de geprojecteerde afbeelding te draaien
of spiegelen.
INFO (pagina 53)
1 1 9 9
Om bronsignalen, instellingen van het
beeld, aanpassingen van het PC-scherm en
de levensduur van de lamp te controleren.
EXIT
2 2 0 0
Om het menuscherm te laten verdwijnen.
(Select)
11