Foto's maken
Het maken van verschillende soorten foto's, Still, Burst of Time-lapse, komt in
wezen op hetzelfde neer. Het enige verschil is of u de sluiterknop kort of lang
indrukt. Voor een snelle camerareactie en om zeker te zijn dat u de camera niet
beweegt tijdens het afdrukken, drukt u de sluiterknop half in tot het groene
Indicatorlampje gaat branden. Vervolgens drukt u de sluiterknop helemaal in om
de foto te nemen. U hoeft de camera niet stil te houden als het groene
Indicatorlampje knippert. U kunt pas weer een foto maken als het lampje niet
langer knippert.
Voor één enkele foto (Still) drukt u de sluiterknop in en laat u deze weer
los.
Voor burst-foto's houdt u de sluiterknop net zo lang ingedrukt als u
foto's wilt maken.
De camera stopt met het maken van foto's als er geen geheugen meer
beschikbaar is of als u de sluiterknop loslaat. De gekozen resolutie en
kwaliteit, opgegeven bij de burst-instellingen, bepalen hoe snel het
geheugen vol raakt. Raadpleeg pagina 27 voor meer informatie.
Voor time-lapsefoto's drukt u de sluiterknop even in.
De camera legt foto's vast met de interval die u hebt opgegeven bij de
time-lapse-instellingen. De camera blijft foto's maken totdat u de
sluiterknop opnieuw indrukt, op Stop drukt of totdat het maximumaantal
foto's is gemaakt dat is opgegeven bij de time-lapse-instellingen.
Raadpleeg pagina 27 voor meer informatie. Als u een lange interval
tussen de time-lapsefoto's opgeeft, lijkt het of na het nemen van een foto
de sluimerstand wordt ingeschakeld. De camera schakelt zichzelf
opnieuw in om de volgende foto te maken.
Als u burst- of time-lapsefoto's maakt, wordt op het LCD-scherm de
laatst genomen foto in de serie weergegeven. U kunt alleen geluid
opnemen als alle foto's zijn gemaakt en de laatste foto wordt
weergegeven.
1
Plaats het voorwerp in het midden van de
zoeker of schakel Preview (de
voorvertoningsfunctie) in (pagina 22) en
gebruik het LCD-scherm om het voorwerp
goed in beeld te brengen.
2
Druk op de sluiterknop.
Als u de Quickview-instelling (kort tonen)
hebt ingeschakeld, wordt de afbeelding op
het LCD-scherm weergegeven en op de
geheugenkaart opgeslagen.
2
3
23