2.
Verwijder de krulling van enveloppen voordat u ze in handmatige invoer plaatst. Maak een stapel
enveloppen gereed voor plaatsing door ze hol en bol te buigen en ze uit te waaieren. Er kunnen
maximaal 5 enveloppen in de handmatige invoer worden geplaatst. Maak er op een plat
oppervlak een rechte stapel van.
Opmerking:
Raadpleeg
Specificaties van afdrukmateriaal
afdrukmaterialen.
3.
Plaats de enveloppen met de korte kant eerst en de
kleppen omlaag, zoals aangegeven in de afbeelding.
4.
Pas de papiergeleider aan de breedte van de stapel
afdrukmateriaal aan. Controleer of u niet te veel
afdrukmateriaal hebt geplaatst. De stapel mag niet
boven de maximum vullijn uitsteken (aangegeven door
het symbool
5.
Open de achterklep en laat de klep tijdens het afdrukken
openstaan.
6.
Wanneer u vanaf uw computer afdrukt, moet u de knop
Formaat selecteren op het tabblad Papier van de driver
om het juiste papierformaat en -type op te geven.
Wanneer u de papiergegevens niet bevestigt, kunnen er
vertragingen bij het afdrukken optreden. Raadpleeg
Tabblad Papier
op pagina 38 voor informatie over het
instellen van het papierformaat en -type in de
printerdriver.
Opmerking:
De instellingen die in de printerdriver op uw
computer zijn opgegeven, krijgen voorrang op de
instellingen op het bedieningspaneel.
7.
Sluit de handmatige invoer na het afdrukken.
Richtlijnen en specificaties van afdrukmateriaal
op pagina 123 voor meer informatie over specificaties van
).
op pagina 71 en
Xerox Phaser 3320DN/3320DNI
Handleiding voor de gebruiker
Papier plaatsen
69