Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werkingscontrole; Oververhittingsbeveiliging (Uhs); Bedrijfstemperaturen; Bediening - Bosch Thermotechnology Compress 6000 AW AWM Series Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Compress 6000 AW AWM Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.3

Werkingscontrole

De compressor wordt vóór het starten voorverwarmd. Dat kan afhanke-
lijk van de buitenluchttemperatuur tot 2 uur duren. Startvoorwaarde is,
dat de waarde aan de temperatuursensor van de compressor (TR1) 10 K
hoger is dan aan de temperatuursensor bij de luchtinlaat (TL2). De tem-
peraturen worden in het diagnosemenu van de bedieningseenheid ge-
toond.
▶ Test de actieve bestanddelen van de installatie.
▶ Controleer of aan de startvoorwaarde voor de warmtepomp is vol-
daan.
▶ Controleer of er een verwarmings- of warmwatervraag aanwezig is.
-of-
▶ Tap warm water af of verhoog de stooklijn, om een vraag te genereren
( handleiding van de bedieningseenheid).
▶ Controleer, of de warmtepomp start.
▶ Zorg ervoor dat er geen actuele alarmen aanwezig zijn.
-of-
▶ Verhelp storingen.
▶ Controleer de bedrijfstemperaturen ( handleiding van de bedie-
ningseenheid).
6.3.1

Oververhittingsbeveiliging (UHS)

De oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd, wanneer de tempera-
tuur van de elektrische bijverwarming hoger wordt dan 95 °C.
▶ Zorg ervoor dat het deeltjesfilter niet verstopt is en het debiet door
warmtepomp en cv-installatie ongehinderd mogelijk is.
▶ Controleer de bedrijfsdruk.
▶ Controleer verwarmings- en warmwaterinstellingen.
▶ Oververhittingsbeveiliging resetten. Daartoe de toets aan de onder-
kant van de aansluitkast indrukken.
6.3.2

Bedrijfstemperaturen

Controleer de bedrijfstemperaturen tijdens cv-bedrijf (niet in warmwa-
terbedrijf).
Voor optimale werking van de installatie moet het debiet in de warmte-
pomp en de cv-installatie worden gecontroleerd. Voer de controle uit na
10 minuten warmtepompbedrijf bij hoog compressorvermogen.
Het temperatuurverschil voor de warmtepomp moet voor de verschillen-
de cv-installaties worden ingesteld.
▶ Bij vloerverwarming 5 K als temperatuurverschil instellen.
▶ Bij radiatoren 8 K als temperatuurverschil instellen.
Deze instellingen zijn voor de warmtepomp optimaal.
Controleer het temperatuurverschil bij hoog compressorvermogen:
▶ Open het diagnosemenu.
▶ Monitorwaarden kiezen.
▶ Selecteer de warmtepomp.
▶ Kies de temperaturen.
▶ Aanvoertemperatuur primair (warmtegeleider uit, sensor TC3) en re-
tourtemperatuur (warmtegeleider in, sensor TC0) in cv-bedrijf afle-
zen. De aanvoertemperatuur moet hoger zijn dan de
retourtemperatuur.
▶ Bereken het verschil TC3–TC0.
▶ Controleer, of het verschil overeenkomt met de voor cv-bedrijf inge-
stelde deltawaarde.
Bij te hoog temperatuurverschil:
▶ Cv-installatie ontluchten.
▶ Reinig de filter/zeef.
Compress 6000 AW AWM|AWMS – 6721817589 (2022/01)
▶ Controleren buisafmetingen.
Temperatuurverschil in de cv-installatie
▶ Vermogen op de cv-pomp PC1 zodanig instellen, dat het volgende
verschil wordt bereikt:
▶ Bij vloerverwarming: 5 K.
▶ Bij radiatoren: 8 K.
7

Bediening

WAARSCHUWING
Materiële schade door vorst!
De verwarming en de bijverwarming kunnen door vorst beschadigd ra-
ken.
▶ De binneneenheid niet starten, wanneer gevaar bestaat, dat de ver-
warming of bijverwarming bevroren zijn.
8

Onderhoud

GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken!
▶ Schakel, voordat werkzaamheden aan de elektrische installatie wor-
den uitgevoerd, de hoofdvoeding uit.
GEVAAR
Risico door elektrische schok!
Openen van de installatiemodule kan lichamelijk letsel door elektrische
schokken veroorzaken.
▶ Open de installatiemodule niet voor het vervangen van een compo-
nent. Wanneer de installatieprintplaats of één van de componenten
daarvan moet worden vervangen, verwijder dan de installatiemodule
compleet en vervang deze door een nieuwe.
OPMERKING
Vervormingen door warmte!
Bij te hoge temperaturen vervormt het isolatiemateriaal (EPP) in de bin-
neneenheid.
▶ Bescherm bij soldeerwerkzaamheden in de warmtepomp het isola-
tiemateriaal met warmtebestendig materiaal of vochtige doeken.
▶ Maak enkel gebruik van originele onderdelen!
▶ Bestel reserveonderdelen conform de reserveonderdelenlijst.
▶ Vervang gedemonteerde dichtingen en O-ringen door nieuwe exem-
plaren.
Bij een inspectie moeten de hierna beschreven werkzaamheden worden
uitgevoerd.
Geactiveerde alarmen weergeven
▶ Controleer het alarmprotocol (handleiding voor de besturing).
Werkingscontrole
▶ Functietest uitvoeren ( hoofdstuk 6.3).
8.1

Deeltjesfilter

De filter voorkomt, dat deeltjes en verontreinigingen in de warmtepomp
terecht komen. In de loop der tijd kan de filter verstoppen en moet deze
worden gereinigd.
Bediening
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Compress 6000 aw awms seriesCompress 6000 aw awm 13-17Compress 6000 aw awm 5-9Compress 6000 aw awms 13-17Compress 6000 aw awms 5-9

Inhoudsopgave