Klemaansluitingen in besturing (9 kW, draaistroom), standaard
Tijdens het warmtepompbedrijf wordt de elektrische bijverwarming al-
leen gevoed via de klemmen L1 en L2. Anders heeft de warmtepomp een
aparte voeding via de huisaansluiting nodig.
Afb. 15 Standaarduitvoering
[1]
400 V 3N~ 16 A, netspanning
[2]
230 V 1N~, warmtepomp 5/7/9
[3]
230 V 1N~, EMS toebehoren
Klemaansluitingen in besturing (9 kW, wisselstroom), zie brugvolg-
orde
De warmtepomp beschikt over een aparte voeding via de huisaanslui-
ting.
Afb. 16 Klemaansluitingen in schakelkast
[1]
230V 1N~ 50A, netspanning
[2]
230V 1N~, EMS toebehoren
Compress 6000 AW AWM|AWMS – 6721817589 (2022/01)
6
6.1
OPMERKING
Schade aan de binneneenheid bij onjuiste ontluchting van de instal-
latie!
De bijverwarming kan oververhit of beschadigd raken, wanneer deze
voor het activeren niet volledig wordt ontlucht.
1
▶ Installatie bij het vullen zorgvuldig ontluchten.
▶ Bij de inbedrijfstelling de installatie opnieuw zorgvuldig ontluchten.
Ontlucht de cv-installatie ook aan andere ontluchtingspunten (bijv. radi-
ator).
2
Stel altijd een iets hogere druk in dan de gewenste druk; op die manier
ontstaat een zekere speelruimte wanneer bij toenemende temperatuur
de in het cv-water opgeloste lucht via VL1 wordt ontlucht.
3
1
2
In bedrijf nemen
Warmtepomp, binneneenheid en cv-installatie ont-
luchten
In bedrijf nemen
17