Installatie
5.6.3
Cv-pomp (PC1)
OPMERKING
Materiële schade door vervorming!
De aansluitbuis van de pomp in de veiligheidsgroep kan vervormen als
deze gedurende lange tijd aan een hoge belasting wordt blootgesteld.
▶ Geschikte ophanginrichtingen voor verwarmingsbuizen en pomp ge-
bruiken om de aansluiting op de veiligheidsgroep te ontlasten.
Pomp PC1 moet altijd op de installatiemodule van de binneneenheid
conform het schakelschema worden aangesloten.
Maximale last aan de relaisuitgang van de pomp PC1: 2 A, cos > 0,4.
Installeer bij hogere lasten een tussenrelais.
5.6.4
Warmtepomp, binneneenheid en cv-installatie vullen
OPMERKING
Schade aan de installatie bij inschakelen zonder water.
Inschakelen van de installatie zonder water kan schade aan de installatie
veroorzaken.
▶ Vul de boiler en cv-installatie voor het inschakelen van de cv-installa-
tie en stel de juiste druk in.
OPMERKING
Schade aan de binneneenheid bij onjuiste ontluchting van de instal-
latie!
De bijverwarming kan oververhit of beschadigd raken, wanneer deze
voor het activeren niet volledig wordt ontlucht.
▶ Installatie bij het vullen zorgvuldig ontluchten.
▶ Bij de inbedrijfstelling de installatie opnieuw zorgvuldig ontluchten.
Ontlucht de cv-installatie ook aan andere ontluchtingspunten (bijv. radi-
ator).
Stel altijd een iets hogere druk in dan de gewenste druk; op die manier
ontstaat een zekere speelruimte wanneer bij toenemende temperatuur
de in het cv-water opgeloste lucht via VL1 wordt ontlucht.
Vullen van radiatoren en cv-installatie moet altijd via het ventiel in de re-
tour naar de warmtepomp worden uitgevoerd. De terugslagklep na de
pomp PC0 voorkomt het vullen op een ander punt.
12
Afb. 9
Retour naar warmtepomp
Compress 6000 AW AWM|AWMS – 6721817589 (2022/01)
6 720 819 455-02.1I