Installatie
5.6.5
Elektrische aansluiting
OPMERKING
Verkeerde werking door storingen!
Sterkstroomleidingen (230/400 V) in de nabijheid van een communica-
tiekabel kunnen storingen aan de waterpomp veroorzaken.
▶ Leg sensorkabels, EMS-BUS-leidingen en afgeschermde CAN-BUS-
leidingen gescheiden van netkabels. Minimale afstand 100 mm. Een
gemeenschappelijke installatie van de BUS-kabel met sensorkabels
is wel toegestaan.
EMS-BUS en CAN-BUS zijn niet compatibel.
▶ Sluit EMS-BUS-eenheden niet op CAN-BUS-eenheden aan.
De voedingsspanning van het toestel moet op een veilige wijze kunnen
worden onderbroken.
▶ Een afzonderlijke veiligheidsschakelaar installeren, die de binnen-
eenheid compleet spanningsloos schakelt. Bij een gescheiden voe-
ding is voor elke voedingskabel een afzonderlijke
veiligheidsschakelaar nodig.
▶ Kies geleiderdiameters en kabeltypes overeenkomstig de desbetref-
fende beveiligingen en de installatiewijze.
▶ Monteer de meegeleverde aansluitklemmen op de installatieprint-
kaart.
▶ Sluit de eenheid aan volgens het schakelschema. Er mogen geen an-
dere verbruikers worden aangesloten.
▶ Bij vervangen van de printplaat de kleurcodering respecteren.
Gebruik voor het verlengen van de temperatuursensorkabels de volgen-
de aderdiameters:
• tot 20 m kabellengte: 0,75 tot 1,50 mm
• tot 30 m kabellengte: 1,0 tot 1,50 mm
CAN-BUS
OPMERKING
Systeemstoring bij het verwisselen van de 12-V- en CAN-BUS-aan-
sluitingen!
De communicatiecircuits zijn niet gedimensioneerd voor een constante
spanning van 12 V.
▶ Zorg ervoor dat de kabels op de overeenkomstig gemarkeerde aan-
sluitingen van de module zijn aangesloten.
Op de CAN-BUS aan te sluiten toebehoren, bijv. vermogenscontrole,
wordt op de installatiemodule in de binneneenheid parallel aan de CAN-
BUS-aansluiting voor de warmtepomp aangesloten. Toebehoren kan ook
in serie met andere op de CAN-BUS aangesloten eenheden worden aan-
gesloten.
De warmtepomp en de binneneenheid worden via een communicatielei-
ding, de CAN-BUS, met elkaar verbonden.
Als verlengsnoer buiten de eenheid is een LIYCY-kabel (TP)
2 x 2 x 0,75 (of gelijkwaardig) geschikt. Als alternatief kunnen voor het
buitengebruik goedgekeurde twisted-pair-kabels met een minimale
2
doorsnede van 0,75 mm
worden gebruikt. De afscherming aan slechts
één zijde (binneneenheid) en aan de behuizing aarden.
De maximaal toegestane kabellengte is 30 m.
14
2
2
De verbinding gebeurt via vier aders, waarmee ook de 12-V-toevoer aan-
gesloten wordt. Op de module zijn de 12 V- en de CAN-BUS-aansluitin-
gen gemarkeerd.
De omschakelaar "Term" duidt begin en einde van CAN-BUS-circuits
aan. Zorg ervoor, dat de juiste module afgesloten is en dat alle andere
modules niet afgesloten zijn.
Afb. 11 CAN-BUS-beëindiging
On
CAN-BUS afgesloten
Off
CAN-BUS niet afgesloten
Montage temperatuurvoeler
In de fabrieksinstelling regelt de regelaar de aanvoertemperatuur auto-
matisch afhankelijk van de buitentemperatuur. Voor nog meer comfort
kan een temperatuurregelaar geïnstalleerd worden.
Aanvoertemperatuursensor T0
De sensor is in de levering opgenomen.
▶ Monteer de sensor op de daarvoor bedoelde locatie in de veiligheids-
groep of op het buffervat, voor zover aanwezig.
▶ Sluit de aanvoertemperatuursensor T0 aan de installatiemodule op
de klem T0 aan.
Buitentemperatuursensor T1
Een afgeschermde kabel moet worden gebruikt wanneer de buitentem-
peratuursensorkabel langer is dan 15 m. De afgeschermde kabel moet in
de binneneenheid worden geaard. De maximale lengte voor een afge-
schermde kabel is 50 m.
De kabel naar de buitentemperatuursensor moet aan de volgende mini-
male eisen voldoen:
2
• Kabeldiameter: 0,5 mm
• Weerstand: maximaal 50 /km
• Aantal aders: 2
▶ Installeer de sensor aan de koudste zijde van het gebouw, normaal
gesproken richting het noorden. De sensor moet worden beschermd
tegen direct zonlicht, ventilatie en andere factoren die de tempera-
tuurmeting beïnvloeden. De sensor mag niet vlak onder het dak wor-
den geïnstalleerd.
▶ Sluit de sensor voor de buitentemperatuur T1 aan op de aansluitklem
T1 van de installatiemodule.
Compress 6000 AW AWM|AWMS – 6721817589 (2022/01)
6 720 809 156-24.1I