rpm
Fig. 70 Vorm van deceleratiehelling
Start Mode [339]
Hier wordt ingesteld hoe de motor wordt gestart bij een run-
commando.
339 Start Mode
A
Stp
Standaard:
Normaal DC
De motorasflux neemt geleidelijk toe. De
Snel
0
motoras begint onmiddellijk te draaien
nadat het Run-commando is gegeven.
Na een Run-commando wordt eerst de
motor gemagnetiseerd en wordt de
statorweerstand gemeten.Afhankelijk van
Normaal
de motortijdsconstante en de grootte van
1
DC
de motor kan het tot 1,3 sec duren voordat
de motoras gaat roteren. Dit zorgt voor een
betere regeling van de motor bij het
starten.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Invangen [33A]
Bij invangen vindt een geleidelijke start plaats van een reeds
roterende motor door de motor bij het actuele toerental in te
vangen en naar het gewenste toerental te regelen. Als bij een
toepassing, zoals bijvoorbeeld een afzuigventilator, de
motoras al roteert door externe omstandigheden, is een
geleidelijke start van de applicatie nodig om overmatige
slijtage te voorkomen. Als invangen=aan, wordt de
daadwerkelijke regeling van de motor uitgesteld vanwege het
detecteren van het actuele toerental en de rotatierichting, die
afhankelijk zijn van motorgrootte, bedrijfsomstandigheden
92
Functiebeschrijving
S-curve
Lineair
t
Normaal DC
43109
169/13
UInt
UInt
van de motor voorafgaand aan het invangen, de traagheid
van de toepassing enz. Afhankelijk van de elektrische
tijdsconstante van de motor en de grootte van de motor kan
het maximaal enkele minuten duren voordat de motor
wordt ingevangen.
33A Invangen
A
Stp
Standaard:
Uit
Niet invangen. Indien de motor al draait,
Uit
0
kan de FO trippen of met een hoge stroom
starten.
Door het invangen kan een lopende motor
Aan
1
worden gestart zonder trippen of hoge
inschakelstromen.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Stop Mode [33B]
Als de FO wordt gestopt, kunnen verschillende methoden
worden gekozen om tot stilstand te komen. Dit om het
stoppen te optimaliseren en onnodige slijtage, te
voorkomen. Bij Stop Mode wordt ingesteld hoe de motor
wordt gestopt bij een Stop-commando.
33B Stop Mode
A
Stp
Standaard:
Decel
De motor decelereert naar 0 rpm volgens
Decel
0
de ingestelde deceleratietijd.
De motor loopt op natuurlijke wijze in
Uitlopen
1
vrijloop naar 0 rpm.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Uit
43110
169/14
UInt
UInt
Decel
43111
169/15
UInt
UInt
Emotron AB 01-4429-03r2