2• UITLEG OVER DE PICTOGRAMMEN - GEBRUIK
E
F
G
H
A
B
C
A - BEDIENING VOOR HET INKLAPPEN VAN HET STUUR
1 - Bedien de offset-regelaar rechts van het stuur. Terwijl u deze knop
actief houdt, drukt u op de knop aan de onderkant van het stuur.
2 - 180° naar links draaien.
PARKEERREM
B -
• Om de parkeerrem in te schakelen, trekt u de remhendel naar de ach-
terkant van de machine en laat u deze uit de inkeping los.
• Om de parkeerrem te ontgrendelen, trekt u de remhendel naar achteren
en zet u deze in de uitsparingstand.
C - BY-PASS VOOR DE VOORWAARTSE TRANSMISSIE
• Trek de bypassregeling naar positie (0) om de bosmaaier te verplaatsen
zonder de motor te gebruiken.
• Herpositioneer de bediening (1) om de voortgang te kunnen ge-
bruiken.
D - BEDIENING VAN DE MOTOR
• Start-positie voor starten met koude motor
• Maximaal motortoerental
• Minimum motortoerental
• Stopzetten van de motor
6
I
E - SNELHEIDSVARIATOR
• Voortgang 3
• Voortgang 2
• Voortgang 1
F - MESREMKOPPELING HENDEL
Inschakelen
1 - Druk op de rode veiligheidsknop naar rechts en houd deze ingedrukt.
2 - Breng de koppelingshendel van de meskoppeling aan op het stuur en
laat vervolgens de veiligheidsknop los.
Stoppen
- Om het mes stil te zetten, laat U de handel van de meskoppeling los:
het mes wordt geremd en blijft stilstaan.
G - DIFFERENTIEELSLOT
• Bedien de hendel voor het differentieelslot.
• Om terug te keren naar de actieve differentieelconfiguratie en de bedie-
ning te verbeteren, laat u de differentieelblokkeerhendel los.
H - MAAIHOOGTE
1 - Duw het stuur naar beneden om de bedieningskracht te verminderen.
2 - Bedienen van de maaihoogteverstelling.
3 - Laat het stuur zakken of til het op tot de gewenste hoogte.
Laat de regelaar voor het instellen van de maaihoogte los.
I - BEDIENING ACHTERUITGANG
• Om terug te gaan, trekt u de bedieningsknop naar achteren.
• Om te stoppen, laat u de knop los.
ZIJWAARTSE VERSCHUIVING VAN HET STUUR
J -
• Activeer de offset-regeling.
• Draai het stuur naar links of rechts en laat vervolgens de bediening los.
K - ANDRIJVING HENDEL
• Om de machine aan te drijven, de greep op de duwboom aantrekken.
• Om te stoppen: de greep los laten.
D
K
J