• Trek de peilstok weer weg om het oliepeil te controleren : het olie-
peil moet de merkstreep [FULL] bereiken voor het model AK60 en
de bovenlimiet voor het model AH75.
• Vul zonodig olie bij.
• Vul niet meer olie bij dan tot de merkstreep [FULL] op de peilstok
voor het model AK60 en de bovenlimiet voor het model AH75.
• Sluit de vulpijp goed af voordat u de motor weer start.
MOTOROLIE VERVANGEN
• Voordat u met een onderhoudsoperatie begint moet u om te voor-
komen dat de bosmaaier per ongeluk aangaat, de dop van de bougie
halen.
• De eerste olie moet na 15 bedrijfsuren worden vervangen. Deze
uren moeten worden beschouwd als een inrijperiode waarin de
motor voorzichtig moet worden behandeld.
• Vervolgens moet de olie om de 50 uur worden vervangen voor het
model AK60 en voor het model AH75 elke 100 uur (6 maanden).
De motor moet buiten worden geleegd (in de buitenlucht).
Olie vervangen wanneer de motor nog warm is (olie loopt
makkelijker uit de motor).
WIJZE VAN OLIE VERVERSEN
Let op met afgetapte olie.
Breng de gebruikte olie weg naar een erkende verwerkingsplaats.
AK60 (AFBEELDING 19)
• Verwijder de aftapplug (A) aan de zijkant van de motor. .
• Tap de olie af in een geschikte bak (B).
• Breng de aftapplug weer aan.
AH75 (AFBEELDING 20)
• Plaats een container onder de motor om gebruikte olie op te vangen.
Verwijder de peilstok (a), de olieaftapschroef en de ring (b).
• Tap de olie volledig af.
• Vervang de aftapplug door een nieuwe sluitring. Volledig vast-
draaien.
AK60 - AH75
• Reinig zorgvuldig de buitenkant van de vulpijp en de peilstok.
• Giet langzaam nieuwe olie in het vulgat.
• Controleer het oliepeil.
• Vul zonodig olie bij.
KOELINGSYSTEEM EN CARBURATEUR
• Verwijder de resten gras rond de trekstarter regelmatig.
• Maak het luchtrooster en de omtrek van de motor vrij van gras dat
zich hier heeft kunnen ophopen. U garandeert zo dat de motor effi-
ciënt wordt gekoeld.
• Houd de koppeling van de carburateur perfect schoon.
BOUGIE
Voor een goede werking van de motor, mag de ontstekingsbougie niet
vuil zijn en de afstand moet op de correcte wijze worden ingesteld.
Een vuile bougie bemoeilijkt het starten en lijdt tot krachtverlies van
de motor.
Vervang een oude bougie onmiddellijk.
8• ONDERHOUD
Gebruikt alleen bougies van het merk ETESIA (03861).
AK60 (AFBEELDING 21) / AH75 (AFBEELDING 22)
• Verwijder de bougie met een 13/16 inch bougiesleutel.
• Controleer de bougie. Vervang deze als ze beschadigd of vuil is, als
de afdichtring in slechte staat is of als de elektrode versleten is.
• Reinig de elektroden om de 50 uur of ten minste eenmaal per jaar
voor het model AK60 en elke 100 uur of elke 6 maanden voor het
model AH75.
• Meet de afstand van de elektroden met behulp van een diktemaat.
Corrigeer de afstand door de elektrode te buigen (a afbeelding 23).
De afstand moet 0,7 - 0,8 mm zijn.
• Schroef de bougie aan met de hand.
• Als de ontstekingsbougie eenmaal is geplaatst, draai deze dan goed
aan met behulp van een bougiesleutel 13/16 zodat de sluitring goed
is ingedrukt (23 Nm).
• Om een nieuwe bougie te installeren, draai nadat hij goed gezeten
is, deze aan met een 1/2 draaiing, om de sluitring goed in te druk-
ken. Als een oude ontstekingsbougie wordt geplaatst, draai deze
nadat hij gezeten is, aan met een 1/8 - 1/4 draaiing, om de sluitring
goed aan te drukken.
• Vervang de bougie om de 100 bedrijfsuren voor het model AK60 en
elke 300 uur of elk seizoen voor het model AH75.
LUCHTFILTER
Als het luchtfilter vuil is, zal de doorgang door de carburateur beperkt
zijn. Om de slechte werking van de carburator te vermijden moet het
luchtfilter goed worden onderhouden.
Laat de motor niet draaien zonder luchtfilter. Dit kan voortijdige slij-
tage veroorzaken.
• Het is onvermijdelijk dat onzuiverheden in de luchtfilter doordrin-
gen. Daarom is het noodzakelijk dat u regelmatig het inzetstuk van
de luchtfilter eruit haalt om te reinigen (na elke 25 uur voor het
model AK60 of elke 50 uur (3 maanden ) voor het model AK60 ;
vaker in stoffige omstandigheden).
AK60 (AFBEELDING 24)
• Schroef de kap (A) van de luchtfilter los en verwijder.
• Haal voorzichtig het papieren inzetstuk met het voorfilter (B) eruit.
• Reinig zorgvuldig de binnenkant van de kap (A) en de voet (C) van
de luchtfilter.
• Verwijder het schuim van de voorfilter (B1) van het papieren inzet-
stuk (B2).
• Reinig het papieren inzetstuk (B2) door het zachtjes tegen een vlak
oppervlak te kloppen. Om beschadigingen te voorkomen, gebruik
geen oplosmiddel of perslucht.
• Vet het patroon niet in. Vervang het patroon indien het versleten of
vuil is, na elke 300 uur of minimaal één keer per jaar.
• Was de schuim voorfilter (B1) in zeepwater en droog deze grondig
af. Smeer het voorfilterelement in met olie en knijp het in je hand
om de olie gelijkmatig te verdelen en eventuele overtollige olie te
verwijderen. Installeer het opnieuw op de papieren inzetstuk.
• Plaats het nieuwe of gereinigde inzetstuk (B) terug op de voet (C).
• Zet de kap (A) van de luchtfilter terug en schroef vast.
AH75 (AFBEELDING 25)
• Schroef de vleugelmoeren (a) los en haal het deksel er af (b).
• Reinig het deksel zorgvuldig.
17