3 Productbeschrijving
83292544 1/2019-04 La
Montage- en bedieningsvoorschrift
Oliebrander WL10/2-D
3.3.4 Programmaverloop
Voorventilatie zonder servomotor
Bij warmtevraag start, na de initialisatietijd (T
De vuurhaard wordt voorgeventileerd.
Voorventilatie met servomotor (optie)
Bij warmtevraag loopt, na de initialisatietijd (T
Als de eindschakelaar (S2) van de servomotor gesloten is, start de brandermotor.
De vuurhaard wordt voorgeventileerd.
Ontsteking
Bij de voorventilatietijd (T
Brandstofvrijgave
Na de voorventilatietijd (T
vrij.
Veiligheidstijd
Met de brandstofvrijgave begint de veiligheids- (T
Binnen de veiligheidstijd (T
Bedrijf
Via de vlamopnemer controleert de brandermanager het vlamsignaal.
Naventilatie
Als er geen warmtevraag meer is, sluit het magneetventiel (K11) en stopt de
brandstoftoevoer.
De naventilatietijd (T
) begint.
N
Na de naventilatietijd (T
) schakelt de brandermotor uit.
N
De servomotor (optioneel) loopt dicht.
12-76
), de brandermotor.
I
), de luchtklepservomotor open.
I
) start de ontsteking.
V
) opent het magneetventiel (K11) en geeft de brandstof
V
S
) moet het vlamsignaal aanwezig zijn.
S
) en naontstekingstijd (T
NZ
).