Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B Aanwijzingen voor de gebruiker ................ 4 1.1 Doelgroep ........................ 4 1.2 Symbolen in de gebruiksaanwijzing ................. 4 1.3 Garantie en aansprakelijkheid ................... 5 Veiligheid .......................... 6 2.1 Doelmatig gebruik ...................... 6 2.2 Veiligheidssymbolen op het toestel ................. 6 2.3 ...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Deze handleiding is een vast onderdeel van het toestel en moet bij de installatie Vertaling van het bewaard worden. originele bedieningsvoorschrift Voor werkzaamheden aan het toestel de handleiding zorgvuldig lezen.
Weishaupt onderdelen overmacht niet geautoriseerde wijzigingen aan het toestel montage van extra componenten, die niet tezamen met het toestel door de...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De brander is geschikt voor gebruik op warmtegeneratoren volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 267. Als de brander niet in vuurhaarden volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 267 toegepast wordt, moet een veiligheidstechnische beoordeling van de verbranding...
ESD-beschermende maatregelen 2.4 Constructieve wijzigingen Aanpassingen mogen alleen met schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH uitgevoerd worden. alleen aanvullende componenten monteren, welke met het toestel gekeurd zijn. geen inzetstukken in de vuurhaard toepassen, welke het volledig uitbranden van de vlam hinderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 3 Productbeschrijving 3 Productbeschrijving 3.1 Type code WL5/2-B type modelreeks: W-brander brandstof: gasolie HBO bouwgrootte belastingsgrootte constructiestand 3.2 Type en serienummer Het type en het serienummer op het typeplaatje identificeren het product zeer nauwkeurig. Ze zijn voor de Monarch-service noodzakelijk.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 3 Productbeschrijving 3.3 Werking 3.3.1 Luchttoevoer Luchtklep De luchtklep regelt de luchthoeveelheid voor de verbranding. Via een instelschroef op de luchtklep, of op de servomotor (optioneel) wordt de gewenste luchtkleppositie ingesteld. Bij branderstilstand sluit de servomotor (optioneel) de luchtklep automatisch.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 3 Productbeschrijving 3.3.2 Olietoevoer Oliepomp De pomp zuigt de olie via de toevoerleiding aan en voert deze onder druk naar de olieverstuiver. Daarbij houdt het drukregelventiel de oliedruk constant. Een magneetventiel opent en sluit de olietoevoer naar de verstuiver. Het drukregelventiel en het magneetventiel zijn in de pomp geïntegreerd.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 3 Productbeschrijving 3.3.3 Elektrische componenten Brandermanager De brandermanager W-FM is de besturingseenheid van de brander. Deze stuurt het functieverloop en controleert de vlam. Brandermotor De brandermotor drijft de waaier en de oliepomp aan. Ontstekingsunit De elektronische ontstekingsunit produceert aan de elektrode een vonk welke het brandstof-luchtmengsel ontsteekt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 3 Productbeschrijving 3.3.4 Programmaverloop Voorventilatie zonder servomotor Bij warmtevraag start, na de initialisatietijd (T ), de brandermotor. De vuurhaard wordt voorgeventileerd. Voorventilatie met servomotor (optioneel) Bij warmtevraag loopt, na de initialisatietijd (T ), de luchtklepservomotor open.
Pagina 13
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 3 Productbeschrijving W-FM 05 T1 T2 vlamopnemer initialisatietijd: 1 s temperatuur- of drukregelaar naventilatietijd: 1,2 s temperatuur- of drukbegrenzer naontstekingstijd: 6,5 s antihevelventiel (optioneel) veiligheidstijd: 4,6 s magneetventiel voorventilatietijd: 16,2 s brandermotor spanning aanwezig servomotor luchtklep (optioneel)
80 %, geen condensatie opstellingshoogte max 2000 m met geschikte gasolie en uitvoering van de olietoevoer. voor een hogere opstellingshoogte is overleg met Monarch/Weishaupt vereist. 3.4.4 Toegestane brandstoffen gasolie volgens DIN 51603-1 gasolie volgens ÖNORM-C1109 (Oostenrijk) gasolie volgens SN 181 160-2 (Zwitserland) green fuels, zie aanvullend blad (druk-nr.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 3 Productbeschrijving 3.4.5 Emissies Rookgassen De brander voldoet aan de eisen van de emissieklasse volgens de EN 267 3. De NO -waarden worden beïnvloed door: vuurhaardafmetingen rookgasafvoer brandstof verbrandingslucht (temperatuur en vochtigheid) mediumtemperatuur luchtovermaat De min. benodigde vuurhaardafmetingen voor de NO -berekening kunnen op aanvraag verkregen worden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 3 Productbeschrijving 3.4.6 Belasting Branderbelasting branderbelasting 25 … 55 kW 2,1 … 4,6 kg/h de aangegeven oliehoeveelheid is gebaseerd op een stookwaarde van 11,9 kWh/kg bij gasolie. Werkingsgebied Werkingsgebied volgens EN 267. De belastingsgegevens zijn gebaseerd op een opstellingshoogte van 500 m boven N.A.P.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 3 Productbeschrijving 3.4.7 Afmetingen Brander –weishaupt– 31 mm 286 mm 308 mm 132 mm 30 mm 3.4.8 Gewicht ca. 11 kg 17-80 83272244 1/2023-03 Ch...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Brandertype en werkingsgebied Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn. Brandertype en branderbelasting controleren. Opstellingsruimte Voor de montage ervoor zorgen dat: er voldoende ruimte is voor de normale- en servicepositie [hfst. 3.4.7] de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is en evt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 4 Montage 4.3 Brander monteren Branderflens 1 van het branderhuis verwijderen. Flensafdichting 2 en branderflens 1 met schroeven 3 aan de warmtegenerator bevestigen. Ringspleet tussen vlamkop en bemetseling met onbrandbaar, elastisch isolatiemateriaal opvullen (niet dichtmetselen).
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 4 Montage 4.3.1 Brander 180° draaien (optioneel) Drukslang (DN 4, 286 mm) is, bij 180°-gedraaide montage, noodzakelijk. Verplaats de tapeinden 1 naar de aangrenzende schroefdraadgaten. De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Schroef 1 op de stuwplaat losdraaien en de stuwplaat 180° draaien.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Olievoorziening EN 12514-2, DIN 4755 en de plaatselijke voorschriften in acht nemen. Voorwaarden voor de oliepomp controleren zuigweerstand max 0,4 bar aanvoerdruk max 2 bar aanvoertemperatuur max 60 °C op de pomp gemeten.
Pagina 23
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 5 Installatie Olievoorziening aansluiten, daarbij: olieslangen niet torderen mechanische spanning vermijden benodigde slanglengte voor het zwenkbereik in acht nemen olieslangen niet knikken (buigradius 1 niet kleiner dan 50 mm). Als een aansluiting onder deze voorwaarden niet mogelijk is: Olievoorziening installatiezijdig aanpassen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 5 Installatie 5.2 Elektrische aansluiting Levensgevaar door elektrische schok Werkzaamheden onder spanning kan tot elektrische schokken leiden. Voor aanvang van de werkzaamheden de voedingsspanning afschakelen. WAARSCHUWING Tegen onverwachts opnieuw inschakelen beveiligen. De elektrische aansluiting mag alleen door gekwalificeerde elektrotechnici uitgevoerd worden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningsunit Schade aan de brandermanager door foutieve bediening Hard op de LED-toets drukken kan de brandermanager beschadigen. LED-toets slechts licht indrukken. OPMERKING De LED-toets op de brandermanager heeft de volgende functies: bedrijfsstand weergeven [hfst. 6.2],...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag alleen door gekwalificeerde vakspecialisten uitgevoerd worden. Alleen een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken [hfst. 3.4.6]. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerkzaamheden correct zijn uitgevoerd de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is en evt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 7 Inbedrijfstelling 7.1.1 Meetinstrumenten aansluiten Drukmeter en multimeter drukmeter voor de mengdruk. multimeter voor het vlamsignaal. Drukmeter 2 aansluiten. Testadapter nr. 13 noodzakelijk (bestel-nr. 240 050 12 052). Stekker nr. 13 verwijderen. Teststadapter nr. 13 erin steken.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 7 Inbedrijfstelling 7.1.2 Instelwaarden Menginrichting overeenkomstig de benodigde branderbelasting instellen. Daartoe stuwplaatpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen. Stuwplaatinstelling en luchtkleppositie bepalen De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken [hfst. 3.4.6]. Benodigde stuwplaatpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en noteren.
Pagina 29
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 7 Inbedrijfstelling Stuwplaat instellen Bij maat X = 0 mm is de indicatiestift gelijk met de afsluitdeksel. Instelschroef 1 draaien tot maat X overeenkomt met de bepaalde waarde. Luchtklep instellen Instelschroef 1 draaien tot de aanwijzer op de bepaalde waarde staat.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 7 Inbedrijfstelling 7.2 Brander inregelen Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. WAARSCHUWING Tijdens de inbedrijfstelling controleren: vlamsignaal [hfst. 7.1.1], zuigweerstand of aanvoerdruk oliepomp [hfst. 5.1], mengdruk [hfst. 7.1.2].
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 7 Inbedrijfstelling 7.3 Afsluitende werkzaamheden Olielekkage door continu belaste oliedrukmeters Oliedrukmeters kunnen beschadigd worden waardoor er olie kan lekken en milieuvervuiling kan ontstaan. OPMERKING Oliedrukmeter na de inbedrijfname weer verwijderen. Regel- en veiligheidsinrichtingen controleren. Dichtheid van de olievoerende onderdelen controleren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 7 Inbedrijfstelling 7.4 Verbranding controleren Luchtovermaat bepalen Luchtklep(pen) in het overeenkomstige bedrijfspunt langzaam sluiten tot de verbrandingsgrens is bereikt (Roetgetal ca. 1). -gehalte meten en documenteren. Luchtfactor (λ) aflezen. Voor een veilige luchtovermaat, de luchtfactor verhogen: met 0,15 …...
De constructief bepaalde levensduur van de componenten staan in het onderhoudsplan vermeld [hfst. 9.2]. Om een regelmatige controle te verzekeren, wordt door Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Onderstaande onderdelen mogen alleen vervangen worden en dus niet...
Pagina 35
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 9 Onderhoud Voor elk onderhoud Voor het begin over de onderhoudswerkzaamheden, de gebruiker informeren. De hoofdschakelaar van de installatie uitschakelen en tegen onverwacht herinschakelen beveiligen. Brandstofafsluiters sluiten. Afdekkap verwijderen. Aansluitstekker van de ketelbesturing op de brandermanager loskoppelen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 9 Onderhoud 9.3 Servicepositie Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Schroeven 1 verwijderen. Evt. de olieslang verwijderen. De brander in de gewenste servicepositie hangen. Servicepositie A en B Servicepositie C 37-80 83272244 1/2023-03 Ch...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 9 Onderhoud 9.4 Verstuiver vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Verstuivers niet reinigen, altijd nieuwe verstuivers gebruiken. Brander in servicepositie B hangen [hfst. 9.3]. Ontstekingskabel 4 loskoppelen. Schroef 1 losdraaien en stuwplaat verwijderen. Op verstuiverhouder 3 met steeksleutel tegenhouden en verstuiver 2 eruit draaien.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 9 Onderhoud 9.5 Ontstekingselektroden instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. De ontstekingselektroden mogen niet binnen de verstuivingskegel van de verstuiver liggen. De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Afstanden van de ontstekingselektroden controleren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 9 Onderhoud 9.7 Menginrichting instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Verstuiverafstand instellen De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Instelmal aanbrengen en maat A (3 mm) controleren Als de gemeten waarde van maat A afwijkt: Schroef 1 losdraaien.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 9 Onderhoud 9.9 Oliepomp de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Brandstofafsluiters sluiten. Stekker 1 los nemen. Olieslang 5 verwijderen. Olieleiding 4 verwijderen. Schroeven 2 losdraaien en de oliepomp eruit trekken.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 9 Onderhoud 9.10 Waaier verwijderen en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Branderhuis in servicepositie C hangen [hfst. 9.3]. Draadstift 1 verwijderen en de waaier eraf trekken. Monteren Waaier in omgekeerde volgorde monteren, daarbij: zorg voor het correct plaatsenop de motoras 2...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 9 Onderhoud 9.11 Brandermotor demonteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Oliepomp demonteren [hfst. 9.9]. Waaier demonteren [hfst. 9.10]. Stekker 1 los nemen. Motor vasthouden en de schroef 2 verwijderen. Motor verwijderen. 45-80 83272244 1/2023-03 Ch...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 9 Onderhoud 9.13 Zekering vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Alle stekkers op de brandermanager eruit trekken. Schroeven aan de brandermanager verwijderen. Verwijder de brandermanager. Zekering (T6,3H, IEC 127-2/5) vervangen. 47-80 83272244 1/2023-03 Ch...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 10 Problemen oplossen 10 Problemen oplossen 10.1 Procedure bij storing De brandermanager detecteert onregelmatigheden van de brander en geeft dit met de LED-toets aan. De volgende indicaties zijn mogelijk: LED-toets uit [hfst. 10.1.1], LED-toets rood [hfst. 10.1.2], LED-toets knippert [hfst. 10.1.3].
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 10 Problemen oplossen 10.1.1 LED-toets uit De volgende fouten mogen door de bediener verholpen worden: fout oorzaak oplossing brander zonder functie externe zekering is aangesproken zekering controleren. schakelaar verwarmen uitgeschakeld schakelaar verwarmen inschakelen. temperatuurbegrenzer of drukbegrenzer...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 10 Problemen oplossen 10.1.2 LED-toets rood Er is een branderstoring. De brander is vergrendeld. Voor het ontgrendelen, de foutcode aflezen, dit vereenvoudigt het zoeken naar de fout. Foutcode aflezen Eerst 5 seconden na het optreden van een fout wordt de fout geanalyseerd en kan deze afgelezen worden.
Pagina 51
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 10 Problemen oplossen Foutcode met vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde vakspecialisten verholpen worden: foutcode fout oorzaak oplossing 2 x knipperen oliepomp levert geen olie olietoevoer niet dicht olietoevoer controleren. antihevelklep opent niet ventiel controleren, evt.
Pagina 52
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 10 Problemen oplossen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde vakspecialisten verholpen worden: foutcode fout oorzaak oplossing 7 x knipperen vlam blaast af olietoevoer niet dicht olietoevoer controleren. zuigweerstand voor de vlamuitval tijdens bedrijf pomp te hoog olieverstuiver vervuild olieverstuiver vervangen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 10 Problemen oplossen 10.1.3 LED-toets knippert Een onregelmatigheid treedt op. De brander is niet vergrendeld. Als de fout verholpen is, verdwijnt de foutcode. Foutcode zonder vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde vakspecialisten verholpen worden:...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 10 Problemen oplossen 10.2 Functionele problemen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde vakspecialisten verholpen worden: probleem oorzaak oplossing slecht startgedrag van de mengdruk te hoog mengdruk corrigeren brander ontstekingselektroden foutief ingesteld ontstekingselektroden instellen [hfst. 9.5].
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 11 Technische documenten 11.2 Aansluitschema Evt. bij speciale uitvoering, bijgeleverd aansluitschema in acht nemen. W-FM 05 X3:2 X3:3 X3:12 X3:11 L PE N T1 T2 S3 B4 M1 M L PE N temperatuur- of drukregelaar...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 12 Ontwerp 12 Ontwerp 12.1 Olievoorziening EN 12514-2, DIN 4755 en de plaatselijke voorschriften in acht nemen. Algemene aanwijzingen voor de olietoevoer bij stalen tanks geen kathodebeschermingssysteem toepassen. bij olietemperaturen < 5 °C kunnen leidingen, oliefilter en verstuivers verstopt raken door paraffineafzettingen.
Pagina 59
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 12 Ontwerp Hogerliggend oliepeil als de zuigleiding ondicht is, kan de tank door de hevelwerking weglopen. Een antihevelventiel 1 kan dit verhinderen. rekening houden met het drukverlies door het antihevelventiel (opgave fabrikant). de antihevelklep moet vertraagd sluiten en een drukontlasting in de richting van de olietank vertonen.
Pagina 60
Olieslangen correct op de aanvoer en retour van de pomp aansluiten. OPMERKING In een éénpijpsysteem moet een automatische ontluchter voor de oliepomp gemonteerd worden. Tweepijpssysteem De oliepomp ontlucht bij tweepijpssysteem automatisch. Ringleidingsysteem Bij meerdere branders raadt Weishaupt een ringleidingsysteem aan. 60-80 83272244 1/2023-03 Ch...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL5/2-B 12 Ontwerp 12.2 Continuventilatie of naventilatie Brandgevaar door uitval van de brandermotor Tijdens bedrijf met continuventilatie of verlengde naventilatie kan het uitvallen van de brandermotor (b.v. door spanningsuitval of defecte motor) ertoe leiden dat WAARSCHUWING warmteterugstraling of hete rookgassen door het branderhuis terugstromen.
Pagina 80
Het warmtepompengamma biedt oplossingen Van schakelkast tot complete sturing van voor het gebruik van warmte uit de lucht, de gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u grond of het grondwater. Sommige systemen het totale spectrum van de moderne MSR-tech- zijn ook geschikt voor de koeling van niek.