Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 1 Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Aanwijzingen voor de gebruiker Dit montage- en bedieningsvoorschrift is een vast onderdeel van het toestel en Vertaling van het moet bij de installatie bewaard worden. originele bedieningsvoorschrift Voor de werkzaamheden aan het toestel, het montage- en bedieningsvoorschrift aandachtig lezen.
Weishaupt onderdelen, overmacht, niet geautoriseerde wijzigingen aan het toestel, montage van extra componenten, die niet samen met het toestel door de...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 2 Veiligheid 2 Veiligheid 2.1 Doelmatig gebruik De brander is geschikt voor gebruik op warmtegeneratoren volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 267. Als de brander niet in vuurhaarden volgens NEN-EN 303 en NEN-EN 267 toegepast wordt, moet een veiligheidstechnische beoordeling van de verbranding...
2 Veiligheid 2.3 Constructieve wijzigingen Aanpassingen mogen alleen met schriftelijke toestemming van de firma Max Weishaupt GmbH uitgevoerd worden. alleen aanvullende componenten monteren, welke met het toestel gekeurd zijn. geen inzetstukken in de vuurhaard toepassen, welke het volledig uitbranden van de vlam hinderen.
Brandstof: gasolie (HBO) Bouwgrootte Belastingsgrootte Constructiestand Uitvoering: tweetraps (hoog/laag) Uitvoering Low NO 3.2 Serienummer Het serienummer op de typeplaat is een duidelijke identificatie van het product. Dit is noodzakelijk voor technische ondersteuning door Monarch/Weishaupt. 1 Typeplaat Serie nr.: 8-84 83055944 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 3 Productbeschrijving 3.3 Werking 3.3.1 Luchttoevoer Luchtklep De luchtklep regelt de luchthoeveelheid voor de verbranding. De brandermanager stuurt via een servomotor de luchtklep. Bij branderstilstand sluit de luchtklep automatisch. Daardoor wordt het afkoelen van de warmtegenerator gereduceerd.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 3 Productbeschrijving 3.3.2 Olietoevoer Oliepomp De pomp zuigt de olie via de toevoerleiding aan en voert deze onder druk naar de olieverstuiver. Daarbij houdt het drukregelventiel de oliedruk constant. Magneetventielen De magneetventielen openen en sluiten de olietoevoer.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 3 Productbeschrijving 3.3.3 Elektrische onderdelen Brandermanager De brandermanager W-FM is de besturingseenheid van de brander. Deze stuurt het functieverloop en controleert de vlam. Brandermotor De brandermotor drijft de waaier en de oliepomp aan. Ontstekingsunit De elektronische ontstekingsunit produceert aan de elektrode een vonk welke het brandstof-luchtmengsel ontsteekt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 3 Productbeschrijving 3.3.4 Programmaverloop Voorventilatie Bij warmtevraag start de brandermotor na de aanloopwachttijd (T De servomotor loopt naar de luchtkleppositie trap 1. De vuurhaard wordt voorgeventileerd. Ontsteking Bij de voorventilatietijd (T ) start de ontsteking. Brandstofvrijgave Na de voorventilatietijd (T ) opent het magneetventiel trap 1 (K11) en wordt de...
Pagina 13
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 3 Productbeschrijving W-FM 10 T1 T2 T6 T8 P11 P13 Vlamopnemer Naontstekingstijd: 6,5 s Temperatuur- of drukregelaar Veiligheidstijd: 4,6 s Temperatuur of drukregelaar trap 2 Wachttijd kleinlast (trap 1): min 5 s Temperatuur- of drukbegrenzer Voorventilatietijd: 16,2 s...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 3 Productbeschrijving 3.4.5 Emissies Rookgassen De brander voldoet aan de EN 267 emissieklasse 3. De NO -waarden worden beïnvloed door: vuurhaardafmetingen, rookgasafvoer, brandstof, verbrandingslucht (temperatuur en vochtigheid), mediumtemperatuur. Geluid 2-cijferige emissiewaarden gemeten geluidsniveau L (re 1 pW)
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 3 Productbeschrijving 3.4.6 Belasting Branderbelasting branderbelasting 55 … 130 kW 4,6 … 10,9 kg/h vlamkop W20/1-C-1LN de aangegeven oliehoeveelheid is gebaseerd op een stookwaarde van 11,9 kWh/kg bij gasolie. Werkingsgebied Werkingsgebied volgens EN 267. De belastingsgegevens zijn gebaseerd op een opstellingshoogte van 500 m boven N.A.P.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 3 Productbeschrijving 3.4.7 Afmetingen Brander –weishaupt– 31 mm 358 mm 393 mm 1 136 mm zonder verlengde vlamkop 236 mm met 100 mm verlengde vlamkop 17-84 83055944 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 4 Montage 4 Montage 4.1 Montagevoorschriften Brandertype en werkingsgebied Brander en warmtegenerator moeten op elkaar afgestemd zijn. Brandertype en branderbelasting controleren. Opstellingsruimte Voor de montage ervoor zorgen dat: de ruimte voor de normale positie en servicepositie volstaat [hfst. 3.4.7], de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 4 Montage 4.2 Verstuiver selecteren Verstuivergrootte bepalen. Belastingsopdeling De Belastingsopdeling van de brander volgt via een drukomschakeling op de oliepomp. Normaal gesproken verbruikt trap 1 ca. 65% van de maximale oliehoeveelheid (een andere verdeling kan noodzakelijk zijn).
Pagina 21
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 4 Montage Keuzetabel verstuivers Vanwege toleranties zijn afwijkende belastingswaarden mogelijk. trap 1 branderbelasting [kW] bij pompdruk verstuivergrootte [gph] 9 bar 10 bar 11 bar 1,10 47,6 49,5 52,4 1,25 53,6 55,9 59,5 1,35 58,3...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 4 Montage 4.3 Brander monteren Branderflens 1 van het branderhuis verwijderen. Flensafdichting 2 en branderflens 1 met schroeven 3 aan de warmtegenerator bevestigen. Ringspleet tussen vlamkop en bemetseling met onbrandbaar, elastisch isolatiemateriaal opvullen (niet dichtmetselen).
Pagina 23
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 4 Montage Verstuiver monteren [hfst. 9.4]. Ontstekingselektroden instellen [hfst. 9.6]. Verstuiverafstand controleren en evt. instellen [hfst. 9.8]. Brander met schroeven 1 op de branderflens bevestigen. 23-84 83055944 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 4 Montage 4.3.1 Brander 180° draaien (optioneel) De volgende onderdelen zijn voor de ombouw noodzakelijk. beugel voor servomotor met bevestigingsschroeven 4 x 12 Reform, as 58,8 mm, bevestigingsschroeven M4 x 30 metrisch voor servomotor, drukslang DN 4, 286 mm. Verplaats de tapeinden 1 naar de aangrenzende schroefdraadgaten.
Pagina 25
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 4 Montage Schroef 1 losdraaien en de stuwplaat verwijderen. Schroef 2 losdraaien en de ontstekingselektrodenhouder 180° draaien. Verstuiver monteren [hfst. 9.4]. Ontstekingselektroden instellen [hfst. 9.6]. Verstuiverafstand controleren en evt. instellen [hfst. 9.8]. Brander 180° draaien en met de draadeinden 4 monteren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 5 Installatie 5 Installatie 5.1 Olievoorziening NEN-EN 12514-2, NEN-EN 267 en de plaatselijk geldende voorschriften in acht nemen. Voorwaarden voor oliepompen controleren zuigweerstand max 0,4 bar aanvoerdruk max 2 bar aanvoertemperatuur max 60 °C op de pomp gemeten.
Pagina 27
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 5 Installatie Olietoevoer aansluiten, daarbij: olieslangen niet torderen, mechanische spanning vermijden, noodzakelijke slanglengte voor het zwenkbereik in acht nemen, olieslangen niet knikken (buigradius 1 niet kleiner dan 50 mm). Als een aansluiting onder deze voorwaarden niet mogelijk is: Olievoorziening installatiezijdig aanpassen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 5 Installatie 5.2 Elektrische aansluiting Bedradingschema in acht nemen [hfst. 11.2]. Polariteit en bedrading van de 7-polige aansluitstekker 1 en van de 4-polige aansluitstekker 2 controleren. Aansluitstekker erin steken. Bij ontgrendeling op afstand, de aansluitkabel separaat leggen en maximale leidinglengte van 10 meter niet overschrijden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 6 Bediening 6 Bediening 6.1 Bedieningspaneel Schade aan de brandermanager door foutieve bediening Hard op de LED-toets drukken kan de brandermanager beschadigen. LED-toets slechts licht indrukken. VOORZICHTIG De LED-toets op de brandermanager heeft de volgende functies: bedrijfsstand weergeven [hfst. 6.2],...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7.1 Voorwaarden De inbedrijfstelling mag alleen door gekwalificeerde vakspecialisten uitgevoerd worden. Alleen een correct uitgevoerde inbedrijfstelling garandeert de bedrijfszekerheid. Voor de inbedrijfstelling ervoor zorgen dat: alle montage- en installatiewerkzaamheden correct zijn uitgevoerd, de luchttoevoer voor de verbrandingslucht voldoende is, evt.
Pagina 31
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling Oliedrukmeters op de oliepomp vacuümmeter voor de zuigweerstand/aanvoerdruk. manometer voor de pompdruk. Olielekkage door continu belaste oliedrukmeters Oliedrukmeters kunnen beschadigd worden waardoor er olie kan lekken en milieuvervuiling kan ontstaan. WAARSCHUWING Oliedrukmeter na de inbedrijfname weer verwijderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling 7.1.2 Instelwaarden Menginrichting overeenkomstig de vereiste branderbelasting instellen. Daartoe stuwplaatpositie en luchtkleppositie op elkaar afstemmen. Stuwplaatpositie en luchtkleppositie bepalen De brander niet buiten het werkingsgebied gebruiken. Benodigde stuwplaatpositie (maat X) en luchtkleppositie uit diagram bepalen en noteren.
Pagina 33
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling Stuwplaat instellen Bij maat X = 0 mm is de instelschroef gelijk met het afsluitdeksel. Instelschroef 1 draaien tot maat X overeenkomt met de bepaalde waarde. Eindschakelaar luchtklep instellen De positie van de eindschakelaar ST0 controleren en evt. instellen.
Pagina 34
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling Mengdruk bepalen Bepaal de mengdruk uit het diagram volgens de opgegeven branderbelasting. Branderbelasting [kW] Mengdruk [mbar] Trap 1 Trap 2 Richtwaarden die afhankelijk van de vuurhaardweerstand kunnen afwijken. 34-84 83055944 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling 7.2 Brander inregelen Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Tijdens de inbedrijfstelling controleren: vlamsignaal [hfst. 7.1.1], zuigweerstand of aanvoerdruk oliepomp [hfst. 5.1], mengdruk [hfst. 7.1.2].
Pagina 36
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling Pompdruk voor trap 2 instellen Warmtevraag voor trap 2 noodzakelijk (contact T6/T8 gesloten). 4-polige stekker erin steken. De brander loopt naar trap 2. De pompdruk moet overeenkomstig de verstuiverkeuze ingesteld worden [hfst. 4.2]. Pompdruk op de manometer controleren.
Pagina 37
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling 4. Inschakelpunt trap 2 inregelen Inschakelpunt MV2-olie op ca. van het instelbereik tussen ST1 en ST2 instellen. MV2-olie = (ST2 - ST1) x 0,33 + ST1 5. Startgedrag en inschakelpunt controleren Brander uitschakelen. 4-polige stekker erin steken. Brander opnieuw starten. Startgedrag controleren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling 7.3 Afsluitende werkzaamheden Olielekkage door continu belaste oliedrukmeters Oliedrukmeters kunnen beschadigd worden waardoor er olie kan lekken en milieuvervuiling kan ontstaan. WAARSCHUWING Oliedrukmeter na de inbedrijfname weer verwijderen. Evt. stekkerschakelaar door 4-polige aansluitstekker vervangen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 7 Inbedrijfstelling 7.4 Verbranding controleren Luchtovermaat bepalen Luchtklep(pen) bij overeenkomstige trap langzaam sluiten tot de verbrandingsgrens bereikt is (roetgetal ca. 1). -gehalte meten en documenteren. Luchtfactor (λ) aflezen. Voor een veilige luchtovermaat de luchtfactor verhogen: met 0,15 …...
De constructief bepaalde levensduur van de componenten staan in het onderhoudsplan vermeld [hfst. 9.2]. Om een regelmatige controle te waarborgen, wordt door Monarch / Weishaupt een onderhoudscontract aanbevolen. Onderstaande onderdelen mogen alleen vervangen worden en dus niet...
Pagina 42
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud Na elk onderhoud Levensgevaar door elektrische schok Het aanraken van de ontstekingsunit kan een elektrische schok veroorzaken. Ontstekingsmechanisme tijdens ontstekingsperiode niet aanraken. GEVAAR Dichtheid van de olievoerende onderdelen controleren. Functionele controle: ontsteking,...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.3 Servicepositie Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Schroeven 1 verwijderen. Evt. de olieslang verwijderen. Als de brander in de servicepositie B is gehaakt: Stekker servomotor 2 eruit trekken. Brander in de gewenste servicepositie hangen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.4 Verstuiver vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Verstuivers niet reinigen, altijd nieuwe verstuivers gebruiken. De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Ontstekingskabel 4 ontkoppelen. Schroef 1 losdraaien en stuwplaat verwijderen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.5 Verstuiverafsluiter de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Verstuiver verwijderen [hfst. 9.4]. Op de verstuiverstang 4 met steeksleutel tegenhouden en verstuiverhouder 1 verwijderen. Ventielplunjer 2 en drukveer 3 met geschikt gereedschap (bijv. tang) eruit nemen, daarbij ventielplunjer en O-ring niet beschadigen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.6 Ontstekingselektroden instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. De ontstekingselektroden mogen niet in de olienevel van de verstuiver liggen. De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Afstanden van de ontstekingselektroden controleren.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.7 Menginrichting demonteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Ontstekingskabel 1 ontkoppelen. Olieleiding 3 verwijderen. Drukslang 5 aan de verstuiverstang verwijderen. Vlamopnemer 4 eruit nemen. Schroeven 2 losdraaien. Menginrichting tot de uitsparing naar links draaien en eruit nemen.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.8 Menginrichting instellen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Verstuiverafstand instellen De brander in servicepositie A hangen [hfst. 9.3]. Instelmal plaatsen en maat A (4 … 5 mm) controleren. Als de gemeten waarde van maat A afwijkt: Schroef 1 losdraaien.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.10 Hoekoverbrenging de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Stekker servomotor 3 op de brandermanager loskoppelen. Servomotor 9 verwijderen. Frame 4 verwijderen. Hoekoverbrenging 5 verwijderen. Monteren Schade aan de servomotor door het bewegen van de as Servomotor kan beschadigd worden.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.11 Oliepomp de- en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Brandstofafsluiters sluiten. Stekker 1 los nemen. Olieslang 5 verwijderen. Olieleiding 4 verwijderen. Schroeven 2 losdraaien en de oliepomp eruit trekken.
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.12 Waaier verwijderen en monteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Demontage Branderhuis in de servicepositie B hangen [hfst. 9.3]. Stelschroef 1 verwijderen en waaier eraf trekken. Monteren Waaier in omgekeerde volgorde monteren, daarbij: op de juiste plaatsing op de motoras 2 letten,...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.13 Brandermotor demonteren Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Oliepomp demonteren [hfst. 9.11]. Waaier demonteren [hfst. 9.12]. Stekker 1 los nemen. Motor vasthouden en schroeven 2 verwijderen. Motor verwijderen. 54-84 83055944 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 9 Onderhoud 9.15 Zekering vervangen Aanwijzingen voor het onderhoud in acht nemen [hfst. 9.1]. Alle stekkers op de brandermanager eruit trekken. Schroeven aan de brandermanager verwijderen. Verwijder de brandermanager. Zekering (T6,3H, IEC 127-2/5) vervangen. 56-84 83055944 1/2019-04 La...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 10 Problemen oplossen 10 Problemen oplossen 10.1 Procedure bij storing De brandermanager herkent onregelmatigheden van de brander en geeft deze met de LED-toets weer. De volgende indicaties zijn mogelijk: LED-toets uit [hfst. 10.1.1], LED-toets rood [hfst. 10.1.2], LED-toets knippert [hfst. 10.1.3].
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 10 Problemen oplossen 10.1.2 LED-toets rood Er is een branderstoring. De brander is vergrendeld. Voor het ontgrendelen, de foutcode aflezen, dit vereenvoudigt het zoeken naar de fout. Foutcode aflezen Eerst 5 seconden na het optreden van een fout wordt de fout geanalyseerd en kan deze afgelezen worden.
Pagina 59
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 10 Problemen oplossen Foutcode met vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: foutcode fout oorzaak oplossing 2 x knipperen oliepomp levert geen olie olietoevoer niet dicht olietoevoer controleren. antihevelklep opent niet ventiel controleren, evt.
Pagina 60
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 10 Problemen oplossen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: foutcode fout oorzaak oplossing 6 x knipperen servomotor bereikt binnen stekker servomotor stekker servomotor erin 10 seconden niet de losgekoppeld steken. fout servomotor...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 10 Problemen oplossen 10.1.3 LED-toets knippert Een onregelmatigheid treedt op. De brander is niet vergrendeld. Als de fout verholpen is, verdwijnt de foutcode. Foutcode zonder vergrendeling De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden:...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 10 Problemen oplossen 10.2 Functionele problemen De volgende fouten mogen alleen door gekwalificeerde specialisten verholpen worden: probleem oorzaak oplossing slecht startgedrag van de mengdruk te hoog mengdruk corrigeren brander ontstekingselektroden foutief ingesteld ontstekingselektroden instellen [hfst. 9.6].
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 11 Technische documenten 11.2 Aansluitschema Evt. bij speciale uitvoering bijgeleverd aansluitschema in acht nemen. W-FM 10 X5:1 X3:11 X4:1 L PE N T1 T2 S3 B4 B5 T6 T7 T8 L PE N Temperatuur- of drukregelaar Temperatuur of drukregelaar trap 2...
Montage- en bedieningsvoorschrift Oliebrander WL20/1-C Z-1LN 12 Ontwerp 12 Ontwerp 12.1 Olievoorziening EN 12514-2, en de plaatselijke voorschriften in acht nemen. Algemene aanwijzingen voor de olietoevoer bij stalen tanks geen kathodebeschermingssysteem toepassen. bij olietemperaturen < 5 °C kunnen leidingen, oliefilters en verstuivers door paraffinevorming verstopt raken.
Pagina 67
Olieslangen correct op de aanvoer en retour van de pomp aansluiten. VOORZICHTIG In een eenpijpsysteem moet een automatische ontluchter voor de oliepomp gemonteerd worden. Tweepijpsbedrijf De oliepomp ontlucht bij tweepijpssysteem automatisch. Ringleidingsbedrijf Bij meerdere branders raadt Weishaupt een ringleidingsysteem aan. 67-84 83055944 1/2019-04 La...
Pagina 84
Het warmtepompengamma biedt oplossingen Van schakelkast tot complete sturing van voor het gebruik van warmte uit de lucht, de gebouwbeheertechniek - bij Weishaupt vindt u grond of het grondwater. Sommige systemen het totale spectrum van de moderne MSR-tech- zijn ook geschikt voor de koeling van niek.