Videofuncties
Opnamefuncties >
In-/uitfaden
U kunt een scène in- en uitfaden door de faderfunctie op de camera te
gebruiken. Stel de optie voor infaden in om geleidelijk in te faden aan het
begin van de scène. Stel de optie voor uitfaden in om de scène geleidelijk
uit te faden. Gebruik de functie naar wens en voeg dramatische effecten
aan uw video's toe.
U stelt als volgt
In de opnamemodus druk u op [m]
faderopties in:
In-/uitfaden
Pictogram
Beschrijving
Uit*: de functie voor in-/uitfaden wordt niet gebruikt.
In: de scène geleidelijk infaden.
Uit: de scène geleidelijk uitfaden.
In-uit: de faderfunctie wordt aan het begin en eind van de scène
toegepast.
Wanneer u de functie voor in-/uitfaden gebruikt, kan het langer duren om een
bestand op te slaan.
g
een optie.
* Standaard
Spraak
Soms is een video zonder geluid aantrekkelijker dan één met geluid.
Schakel het geluid uit om een video zonder geluid op te nemen.
U stelt als volgt
In de opnamemodus drukt u op [m]
spraakopties in:
een optie.
Windonderdrukking
Wanneer u video's in een rumoerige omgeving opneemt, kunnen er
ongewenste geluiden in de video worden opgenomen. In het bijzonder het
geluid van de wind kan vervelend zijn. Gebruik de functie Windonderdrukking
om naast windgeluid ook bepaalde omgevingsgeluiden weg te filteren.
Het geluid van de
In de opnamemodus druk u op [m]
wind verminderen:
Windonderdrukking
g
Spraak
g
een optie.
116