STOPMODUS
Bij deze modus wordt de meeste energie bespaart. In deze modus stopt de sensor met de
signaaloverdracht. De batterijspanning en de toestand van de zonnecellen worden niet
gecontroleerd. De STOP- modus wordt actief:
•
Als de gebruiker de zonnecellen voor 10 seconden afdekt en de RESET-toets
indrukt (windsensor).
•
Als de sensor(en) voor tenminste 72 uur opgeborgen waren in een donkere
omgeving.
Opmerking:
•
Om de zonne-energie- windsensor opnieuw te starten, moet hij in een heldere omgeving
geplaatst worden, druk dan de RESET-toets in om hem te activeren.
•
Om de zonne-energie- regensensor opnieuw te starten, moet u de schakelwip bewegen
en de regensensor compleet opnieuw instellen (zie " de regensensor compleet opnieuw
instellen" onder basisinstelling stap 2).
BELANGRIJK! Als bij het opnieuw starten de batterijspanning voldoende is, zal er een
signaaloverdracht plaatsvinden. Als deze echter te laag is, zal de rustmodus (IDLE) bij de
sensor(en) geactiveerd worden. In dat geval plaatst u de sensor(en) in een zeer heldere
omgeving zodat zich de batterijen kunnen opladen.
MONTAGE VAN DE SENSOREN EN PLAATSING VAN HET DRAADLOZE DISPLAY:
BELANGRIJK: Overtuig u voor de definitieve montage er van, dat op de gewenste
opstelplek alle zendergegevens correct ontvangen kunnen worden. De buitensensoren
beschikken over een zendbereik van 50 meter. Houdt er echter rekening mee dat deze
waarde alleen geldt bij een vrije veld zonder obstakels. Elk obstakel (dak, wand, vloer,
binnenplafond etc.) vermindert het bereik.
Overzicht
draadloze gegevensoverdracht
8