Gebruik van de kookplaat
Gelieve rekening te houden met de veiligheidsrichtlijnen op pag. 66!
Elke kookzone heeft een eigen kookzoneregelaar. Met de kookzoneregelaar
worden de kookzones gekozen, de kookstanden in- en uitgeschakeld, de
aankookautomaat en de pandetectie uitgeschakeld.
De kookzoneregelaars zijn indrukbaar. Door er even op te drukken worden
ze weer uitgehaald. De regelaars kunnen in elke stand ingedrukt worden.
Met ingedrukte regelaars kan niet geschakeld worden.
Kookstanden in- en uitschakelen
Elke kookzone heeft negen kookstanden. Ook tussenstanden zijn mogelijk.
Op een grote stand aan de kook brengen en op een kleine stand voortkoken.
Kookstand
Toepassing
0
uitschakelen
1-3
opwarmen
warmhouden
wellen
ontdooien
4-5
stomen
stoven
koken
6-8
braden
frituren
9
warm maken
van grote
hoeveelheden
Kooktussenstanden:
Kookstand
1
2
Tussenstand
-
-
Kookzone met dubbele kring in- en uitschakelen
Standaard wordt de kleinste kookzone-diameter gebruikt. Voor braadsleden
en grote pannen kunt u de buitenste kookzonekring inschakelen.
- Om een kookzone in te stellen
draait u de regelaar naar rechts, tot
het cijfer van de gewenste kookstand
naast het kookzonesymbool en in de
kookzone-aanduiding verschijnt.
Tussenstanden worden door een punt
rechts naast het kookstandcijfer aan-
getoond.
- Om de kookzone uit te schakelen
draait u de regelaar in omgekeerde
richting tot op de stand ,,0". De kook-
zone-aanduidingen branden niet meer.
Aankookautomaat
automatisch
aan de kook brengen
automatisch
aanbraden
3
4
5
6
7
3,5
4,5
5,5
-
7,5 8,5
- Voor het inschakelen draait u de
kookzoneregelaar naar rechts tot
aan de aanslag en stelt u de gewens-
te kookstand in.
- Om uit te schakelen draait u de
regelaar weer op stand ,,0".
Wanneer u opnieuw inschakelt,
wordt nu de kleine kookzone-diame-
ter verwarmd.
Pandetectie gebruiken
Standaard is de pandetectie van de kookzones ingeschakeld.
Alleen metalen servies wordt herkend, glazen of keramiekservies niet.
Als geen pan herkend wordt, knippert het controlelampje naast de kook-
stand-aanduiding. De kookzone wordt automatisch uitgeschakeld.
U kunt de pandetectie ook uitschakelen.
Koken met de aankookautomaat
- Stel m.b.v. de regelaar de kookstand in waarop u wilt koken.
De aankookautomaat van de kookzone wordt automatisch mee inge-
schakeld.
Een controlelampje links naast de kookstand-aanduiding brandt geduren-
de de tijd van de aankookstoot.
- Na het aan de kook brengen of aanbraden schakelt de kookzone auto-
matisch om op de gekozen kookstand.
Het controlelampje dooft uit.
U kunt ook zonder aankookautomaat werken (b.v. om gerechten op te war-
men). Er zijn twee mogelijkheden om de aankookautomaat uit te schakelen:
1. Binnen 30 seconden na het inschakelen de regelaar meer dan één kook-
stand terugdraaien.
2. De kookzone inschakelen, even uitschakelen en weer inschakelen. De nu
ingestelde kookstand werkt zonder aankookstoot.
Opmerkingen i.v.m. de juiste pannen
Met de juiste pannen spaart u tijd en energie. Gebruik alleen metalen
pannen, aangezien de kookzones alleen metalen pannen herkennen.
Gebruik pannen met een effen en gladde bodem.
8
9
-
Kies pannen met een diameter die op de kookzone past.
68
- Draai de kookzoneregelaar één
keer naar links tot aan de aanslag.
Als u de kookzone opnieuw inscha-
kelt is de pandetectie uitgeschakeld.
Als de kookzone langere tijd niet
wordt gebruikt, wordt hij automatisch
uitgeschakeld. Voor ingebruikname
moet deze kookzone volledig uitge-
schakeld worden.
EEH 670.0