6 Bediening
▶
Overbrug klem 3 en 4, indien er geen brug beschikbaar
is.
4.
Sluit de schakelkast.
5.
Schakel voor multicircuitregelaar D.18 Pompmodus
om van 0 (intermitterende pomp) naar 2 (doorlopende
pomp).
5.9
Bijkomende componenten aansluiten
Met behulp van de multifunctionele module kunnen twee
bijkomende componenten aangestuurd worden.
5.9.1
Aanvullend component via multifunctionele
module activeren
Voorwaarde: Component aan relais 1 aangesloten
▶
Selecteer de parameter D.27 Toebehorenrelais 1 in
Diagnosemenu, om aan het relais 1 een functie toe te
wijzen. (→ Pagina 14)
Voorwaarde: Component aan relais 2 aangesloten
▶
Selecteer de parameter D.28 Toebehorenrelais 2 in
Diagnosemenu, om aan het relais 2 een functie toe te
wijzen. (→ Pagina 14)
6
Bediening
6.1
Diagnosecodes gebruiken
U kunt de in de tabel van de diagnosecodes als instelbaar
gemarkeerde parameters gebruiken om het product aan de
installatie en de wensen van de klant aan te passen.
De diagnosecodes in het 2e diagnoseniveau zijn met een
wachtwoord beveiligd.
6.1.1
Diagnosecodes activeren
1.
Druk tegelijkertijd op de toetsen i en +.
◁
d. 0 wordt weergegeven op het display.
Kies met de toetsen + en − de gewenste diagnosecode.
2.
3.
Bevestig met de toets i.
◁
Op het display wordt de diagnose-informatie weer-
gegeven.
Stel met de toetsen + en − de gewenste waarde in.
4.
◁
Weergave knippert
5.
Sla de waarde op door de toets i 5 seconden ingedrukt
te houden.
◁
Weergave knippert niet meer
6.
Druk tegelijkertijd de toetsen i en + in, of druk 4 minuten
lang geen toets in om terug te gaan naar de basisweer-
gave.
6.1.2
2e Diagnoseniveau activeren
Opgelet!
Risico op materiële schade door ondes-
kundige bediening!
Ondeskundige instellingen in het 2e diagno-
seniveau kunnen tot schade aan de CV-in-
stallatie leiden.
14
▶
De toegang tot het 2e diagnoseniveau
mag u alleen gebruiken als u een erkende
installateur bent.
1.
Activeer de diagnosecodes. (→ Pagina 14)
2.
Wijzig de waarde onder d.97 naar 17 (wachtwoord) en
sla deze op.
◁
In het 2e diagnoseniveau wordt alle informatie van
het 1e diagnoseniveau en het 2e diagnoseniveau
weergegeven.
Aanwijzing
Als u binnen 4 minuten na het verlaten van
het 2e diagnoseniveau de toetsen i en +
indrukt, komt u zonder het wachtwoord nog
een keer in te hoeven voeren direct weer in
het 2e diagnoseniveau.
6.2
Testprogramma's gebruiken
Door verschillende testprogramma's te activeren, kunnen
speciale functies geactiveerd worden.
Testprogramma's (→ Pagina 29)
6.2.1
Testprogramma's activeren
1.
Draai de hoofdschakelaar op l en houd tegelijkertijd de
toets + 5 seconden lang ingedrukt.
◁
P.0 wordt weergegeven op het display.
Kies met de toetsen + en − het gewenste testpro-
2.
gramma.
3.
Druk om te bevestigen op de toets i.
◁
Het gekozen testprogramma wordt gestart.
4.
Druk tegelijk op de toetsen i en + om testprogramma de
beëindigen.
Aanwijzing
Als u 15 seconden lang op geen enkele toets
drukt, wordt het actuele programma auto-
matisch afgebroken en het startscherm ver-
schijnt.
6.3
Statuscodes weergeven
De statuscodes geven de actuele bedrijfstoestand van het
product weer.
6.3.1
Statuscodes oproepen
1.
Druk op de toets i.
◁
De actuele bedrijfstoestand S.XX wordt op het
display weergegeven.
2.
Druk op de toets i of druk 4 minuten lang geen toets in,
om naar de basisweergave terug te keren.
Installatie- en onderhoudshandleiding atmoTEC plus 0020284984_01