Hydraulische aansluitingen
Hydraulische aansluitingen interne eenheid
2
MINIMALE WATERINHOUD
De installatie moet geschikte
a
afmetingen hebben voor een
minimale waterinhoud van
ten minste 10 liter per kW
nominaal vermogen. Als de
minimale waterinhoud niet
wordt nageleefd, is de wer-
king van het apparaat niet
gegarandeerd.
Om de efficiëntie, het comfort en de juiste
werking van het systeem te optimaliseren
wordt geadviseerd om:
– de setpoint-temperatuur van de ruim-
te te verlagen in de winter wanneer de
buitentemperatuur oploopt.
– de setpoint-temperatuur van de ruimte
te verhogen in de zomer wanneer de
buitentemperatuur daalt.
Als dit niet mogelijk is, wordt aangeraden
om de waterinhoud in het systeem te ver-
groten.
42 / NL
1
3
Als de minimale thermische belasting ge-
durende langere tijd lager is dan het mi-
nimale vermogen van het apparaat, wordt
aangeraden om de waterinhoud in het
systeem te vergroten.
AFVOER VAN DE VEILIGHEIDSKLEP
– Zorg dat de meegeleverde afvoerlei-
ding (1) aangesloten wordt op de vei-
ligheidsklep (2) en door gat (3) naar
buiten komt.
De afvoerleiding van de in-
a
stallatie moet worden aange-
sloten op de riolering.
Afb. 53
EXPANSIEVAT
De interne eenheid is uitgerust met een
expansievat met een nominaal volume
van 12 liter, is voorgeladen tot 1 bar en
heeft een veiligheidsklep (3 bar) op het
hydraulische circuit.
i
Het is de verantwoordelijkheid
van de installateur om te zorgen
dat het expansievat de juiste af-
metingen heeft ten opzichte van
de totale waterinhoud van de
installatie, ongeacht de kleppen
die delen van het hydraulische
circuit kunnen uitsluiten.