9
x
Inspectie en onderhoud
6. Condensopvangbak regenereren.
● Condensopvang net zo lang met stromend water volgens
het tegenstroomprincipe spoelen tot schoon water naar
buiten komt (afb. 9-8). Om alle afzettingen los te maken,
moet de condensopvang daarbij worden geschud.
● Bij verbruikt neutralisatiemiddel, aansluitmoffen (afb. 9-5,
pos. 1) uit condensafvoer trekken en neutralisatiemiddel
via deze aansluiting vervangen.
7. Flexibele aansluitslang en afvoeraansluiting controleren en
eventueel reinigen.
Afb. 9-8
Condensopvang spoelen
8. Condensopvang onder de ketel schuiven.
9. Flexibele aansluitslang op de condensopvang steken
(zie afb. 4-11).
10. Aansluitmof (afb. 9-5, pos. 1) op de steek aansluitingen van
de condensopvangbak aan de rookgasbeugels bevestigen.
11. Stabilisatielip naar beneden zwenken en vergrendelen.
Afb. 9-9
Stabilisatielip vergrendelen
12. Bevestigingsband (zie afb. 9-4, pos. 3) sluiten en
vastsnoeren. De band zo strak spannen, dat de ingestoken
aansluiting niet los kan raken (evt. m.b.v. een wig).
13. Condensopvang met water vullen (zie hoofdstuk 4.7
"Condensbehandeling aansluiten").
46
9.2.4 Controle rookgastemperatuur
De temperatuur van het rookgas kan worden gecontroleerd:
– aan het bedieningsdeel in het bedieningsveld van de ketel,
draaischakelaar in stand: "Info"
– bij het meetpunt van de uitlaatpijp m.b.v. een rookgasthermo-
meter.
Als de temperatuur van het afvoergas na 10 minuten ketelbedrijf
met meer dan 20 K overschrijdt, dient de brandkamer gereinigd
te worden (zie hoofdstuk 9.2.5).
Rookgastemperatuursensor controleren
LET OP!
De inbouwstand van de rookgastemperatuursensor is
in de fabriek met een bevestigingsbout afgesteld. Wij-
ziging van de inbouwstand is nadelig voor het functio-
neren van de rookgastemperatuursensor.
● Bij het controleren van de afvoergasthermometer
niet de bevestigingsbout (afb. 9-10, pos. 2)
losschroeven.
1
Sensorkabel naar het bedieningspaneel van de ketel
2
Bevestigingsbout - Niet losschroeven!
3
Thermometerhuls
4
Wartelmoer
5
Rookgastemperatuursensor
Afb. 9-10 Stand rookgastemperatuursensor
● Wartelmoer (afb. 9-10, pos. 4) afschroeven en de rookgas-
temperatuursensor samen met de thermometerhuls
(afb. 9-10, pos. 3) voorzichtig wegtrekken.
● Afvoergasthermometer op verontreiniging en corrosie contro-
leren en zo nodig reinigen. Geen metalen reinigingswerk-
tuigen (zoals staalborstels) gebruiken.
● Bij vervanging van de rookgastemperatuursensor erop letten
dat het uiteinde van de rookgastemperatuursensor 28
uit de geleidingshuls steekt.
,
±2 mm
FA ROTEX A1 BOe - 03/2013