6
x
Regeling
7. Stekkers van de apparaatinterne kabelverbindingen uit de
desbetreffende onderdelen trekken (rookgastemperatuursen-
sor, 2 pompstekker, stekker X1 en X5 aan de automatische
ontsteking, druksensor).
8. Alle kabels uit de geleidingselementen trekken.
Afb. 6-6
Kabelkanaal uit het bedieningspaneel hangen
9. Bevestigingsbouten van het bedieningspaneel van de ketel
met een SW 8- sleutel verwijderen (afb. 6-7) en bedienings-
paneel wegnemen.
Afb. 6-7
Bevestigingsbouten van het bedieningspaneel van de ketel
losdraaien
Montage (let op de juiste volgorde!)
1. Bedieningspaneel van de ketel in de houder zetten.
Bevestigingsbouten insteken en vastdraaien.
2. Kabelkanaal in het bedieningspaneel hangen.
3. Apparaatinterne kabel in de voorziene geleidingselementen
hangen/eraan bevestigen
4. Stekker van de apparaatinterne kabelverbindingen aan de
desbetreffende componenten weer insteken.
5. Sensor - en aansluitkabels in de kabelkanalen van het bedie-
ningspaneel plaatsen. Let op de juiste kabeluitleg door de tre-
kontlastingsweerstanden.
6. Alle stekkers in de printplaat steken. Om verwisseling te voor-
komen zijn de stekkers vorm- en kleurgecodeerd. Stekker
niet te hardhandig insteken!
7. Deksel bedieningspaneel monteren.
8. Beide isolatieschalen monteren.
26
9. Ketelbekleding monteren.
10. Geluiddempende kap plaatsen en borgbouten bevestigen.
6.4 Kabels vervangen
De aansluitkabels kunnen bij het bedieningspaneel van de ketel
of bij de betreffende bouwelementen worden losgemaakt.
– De kabels van de in het apparaat ingebouwde componenten
zijn onverbrekelijk met de stekkers van de printplaat verbon-
den. Deze zijn met verwijderbare stekkers met het betref-
fende bouwelement verbonden.
– De kabels van externe componenten (bijv. buitentempera-
tuursensoren) of van niet in het leveringspakket inbegrepen
componenten worden met schroefklemmen met de print-
plaatstekkers verbonden.
WAARSCHUWING!
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking
tot een elektrische schok leiden en zo levensgevaarlijk
letsel en brandwonden veroorzaken.
● Alvorens met de werkzaamheden aan onder
stroom staande delen te beginnen deze van de
stroomtoevoer loskoppelen (zekering en hoofd-
schakelaar uitschakelen) en tegen onbedoeld
opnieuw inschakelen beveiligen.
Kabels verwisselen (let op de juiste volgorde!)
1. Geluiddempende kap verwijderen (zie 9.2.1).
2. Afdekking bedieningspaneel losschroeven en verwijderen
(zie afb. 6-3).
3. Betreffende sensor – of aansluitkabel uit het kabelkanaal ver-
wijderen.
4. Bijbehorende stekkers uit de plaat van het bedieningspaneel
trekken en de kabel van de printplaatstekker uittrekken.
5. Het andere kabeluiteinde van het bouwelement verwijderen
(stekker lostrekken of kabel uit de klem halen).
6. Kabel vervangen. Hierbij op de juiste kabeldoorsnede letten.
De nieuwe kabel in omgekeerde volgorde inzetten. Hierbij in acht
nemen:
– De technische specificatie van de nieuwe kabel moet met de
waarden van de vervangen kabel overeenkomen (bijv. de
doorsnede van de leiding).
– De printplaatstekkers zijn vorm- en kleurgecodeerd. Stekker
niet te hardhandig insteken!
FA ROTEX A1 BOe - 03/2013