Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Automatische Ontsteking Cm165-R1; Veiligheidsfunctie; Uitschakeling En Indicatie In Geval Van Storing; Brander Ontgrendelen - Rotex A1 BO Installatie- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

7
x
Oliebrander

Automatische ontsteking CM165-R1

De door een microprocessor gestuurde olieautomatische
ontsteking CM165-R1 stuurt en bewaakt het stookprogramma en
de temperatuursensoren voor de aanvoer- en afvoertempe-
ratuur. Het wordt gekenmerkt door de volgende eigenschappen:
– Directe communicatie met de regeling via de interne eBus,
via welke alle beschikbare informatie (temperatuurwaarden,
stuursignalen, informatie over fouten) wordt overgedragen.
Deze worden door de regeling geanalyseerd en op het bedie-
ningsdeel getoond.
– Naleving van alle veiligheidsrelevante functies voor verbran-
dingsbewaking en begrenzing van de veiligheidstemperatuur.
– Mogelijkheid om via BurnerChipCard (BCC) bepaalde para-
meteraanpassingen uit te voeren.
– Stabiele programmatijden, onafhankelijk van schommeling in
de netspanning of de omgevingstemperatuur.
– Bedrijfsveiligheid, ook bij stroomuitval. De automatische ont-
steking schakel bij stroomuitval zonder storings-melding uit
en weer in nadat de normale spanning is hersteld.

7.2 Veiligheidsfunctie

Uitschakeling en indicatie in geval van storing

Er vindt een uitschakeling door storing met vergrendeling plaats
wanneer
– tijdens de voorventilatie een vlamsignaal aanwezig is (bewa-
king d.m.v. extern licht - foutcode 11)
– bij de start (brandstofafgifte) na 5 s. (veiligheidstijd) en 4 ver-
dere succesloze startpogingen geen vlam wordt herkend
(foutcode 4),
– de vlam tijdens een langdurige branderopvraag 5x uitvalt
(foutcode 5),
– de aanvoertemperatuur de waarde voor de veiligheidstempe-
ratuurbegrenzing bereikt (foutcode 1),
– de afvoertemperatuur de waarde voor de veiligheidstempera-
tuurbegrenzing bereikt (foutcode 1),
– de olievoorverwarmer na 5 min. nog niet is doorgeschakeld
(foutcode 15),
– bij gebruik van een BurnerChipCard (BCC) inconsistenties
optreden.
Een storing die tot een vergrendeling leidt, kan alleen
handmatig worden gereset (zie hoofdstuk 10.4).
Er vindt een tijdelijke uitschakeling door storing plaats wanneer
– de aanvoertemperatuur de ingestelde maximale keteltempe-
ratuur met meer dan 5 K overschrijdt (foutcode 6),
– de aanvoer- of afvoertemperatuursensor geen geldige
waarde geeft (kortsluiting, onderbreking - foutcode 12),
– de aanvoertemperatuur de afvoertemperatuur met meer dan
35 K overschrijdt (foutcode 17),
– de aanvoertemperatuur te snel stijgt (foutcode 19),
– de voedingsspanning te klein is (foutcode 32),
– de communicatie tussen de automatische ontsteking en de
regeling gedurende meer dan 2 min. is onderbroken (fout-
code 48).
Bij een tijdelijke uitschakeling door storing wordt de
brander minimaal 60 s. uitgeschakeld.
Wanneer de hierboven vermelde waarden weer binnen
het normale werkbereik liggen, vindt er een automa-
tische vrijgave van de brander plaats.
32
Een storing wordt aangegeven:
– door een rode achtergrondverlichting van het display,
– de vermelding van een plattetekstfoutmelding met foutcode
op het display van het bedieningsdeel.

Brander ontgrendelen

1. ROTEX A1 BO inschakelen.
2. Exit-toets (afb. 6.1, pos. 15) minimaal 5 s. indrukken.
Menu "Speciale modus" wordt weergegeven.
3. Met de draaiknop het niveau "CM Fout" selecteren.
Foutcode en vraag "Resetten" worden getoond.
4. Met de draaitoets "Ja" selecteren.
5. Selectie bevestigen met een korte druk op de draaiknop.
Fout is gereset.
6. Afbreken en teruggaan door opnieuw op de Exit-toets te
drukken.
7. Bij een aantal storingsuitschakelingen achter elkaar de CV-
installatie controleren (bijv. het rookgassysteem en de
brandstoftoevoer).
Wanneer binnen 15 min. meer dan 5 storingen worden
ontgrendeld, verschijnt de foutcode 10. Een verdere
ontgrendeling is dan pas na 15 min. weer mogelijk.

7.3 De brander instellen

LET OP!
Een verkeerd ingestelde oliebrander kan tot een
ontoelaatbaar hoge uitstoot van schadelijke stoffen,
sterke vervuiling en een verhoogd olieverbruik leiden.
● Branderinstelling alleen door geautoriseerde en
erkende CV-monteurs laten uitvoeren.

7.3.1 Instellingswaarden

De vooraf in de fabriek ingestelde waarden zijn vetge-
drukt in tab. 7-1 opgenomen.
In de kolom "Luchtsmoorventiel" kunnen de instellings-
waarden afhankelijk van de luchttoevoer en rookgas-
afvoer aanzienlijk afwijken van de aangegeven
waarden. De controle van overtollige lucht (lambda)
d.m.v. CO
- of O
2
2
(CO
-streefwaarde = 12,5 - 13,0 %; 
2
O
-streefwaarde = 3,3 - 4,0 %).
2
-meting is absoluut noodzakelijk
FA ROTEX A1 BOe - 03/2013

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave