Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling; Eerste Inbedrijfstelling - Rotex A1 BO Installatie- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

5
x

Inbedrijfstelling

5
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING!
Een op ondeskundige wijze in bedrijf gestelde
ROTEX A1 BO kan het leven en de gezondheid in
gevaar brengen en slecht functioneren.
● De ROTEX A1 BO mag alleen door geautori-
seerde en daarvoor opgeleide CV-monteurs in
bedrijf worden gesteld.
LET OP!
Door een ondeskundig in bedrijf gestelde ROTEX A1
BO kan materiële en milieuschade ontstaan.
● Ter vermijding van corrosie en afzettingen, de
desbetreffende regels van de techniek in acht
nemen.
● Bij vul- en aanvulwater met hoge totale hardheid
(>3 mmol/l - som van de calcium- en magnesium-
concentraties, berekend als calciumcarbonaat)
zijn maatregelen voor het ontzouten, ontharden of
het stabiliseren van de hardheid noodzakelijk.
– Wij adviseren Fernox kalk- en corrosiebe-
schermingsmiddel KSK (
● Tijdens het gebruik van de installatie wordt de
waterdruk automatisch door de ketelregeling
bewaakt. Een te lage waterdruk wordt op het
display van de ketelregeling getoond. Indien nodig
bijvullen.
Ondeskundige inbedrijfstelling maakt de door de fabrikant ge-
geven garantie voor het apparaat ongeldig. Neem bij problemen
of vragen contact op met onze technische klantenservice.

5.1 Eerste Inbedrijfstelling

Nadat de ROTEX A1 BO is opgesteld en volledig werd aange-
sloten, kan hij door deskundig personeel in bedrijf worden ge-
steld.
Omstandigheden
– De ROTEX A1 BO is correct opgesteld. Indien als separate
oliepomp een drukaggregaat wordt gebruikt, moet de installa-
tieplaats bovendien met een dichte bak en een filterkom van
metaal uitgerust zijn (zie hoofdstuk 4.4.1).
– De ROTEX A1 BO is volledig aangesloten.
– De CV-installatie is gevuld en op de juiste druk gebracht.
– De olieventielen zijn geopend en de olieleiding is gevuld.
Controles voorafgaand aan de inbedrijfstelling
● Alle aansluitingen op lekken controleren.
● Alle punten in de checklist in sectie 5.2 controleren. Het
resultaat van de controle in de checklist vermelden.
Alleen indien alle punten van de checklist met Ja kunnen
worden beantwoord, mag de ROTEX A1 BO tijdelijk in bedrijf
worden genomen.
22
Olieleiding ontluchten, oliedruk controleren
Aan het begin van de inbedrijfstelling moet de olieleiding volledig
ontlucht en de oliedruk gecontroleerd worden.
Afb. 5-1
15 60 50).
Afb. 5-2
● Vacuümmeter aansluiten op de oliepomp (vacuümmeteraan-
sluiting, afb. 5-2, pos. 2).
● Netschakelaar inschakelen. Startfase afwachten.
● Ontluchtingsplug op het oliefilter openen.
● Olieleiding ontluchten en daarbij de oliedruk via de vacuüm-
meter meten.
Inbedrijfstelling
● Netschakelaar inschakelen. Startfase afwachten.
● Handmatig bedrijf van de ROTEX Regeling RoCon BF
[Speciale modus] instellen (zie documentatie "ROTEX-
regeling RoCon BF").
1
2
Olieaansluiting met ontluchtingsolielfilter
1
2
Oliepomp
De onderdruk mag maximaal 0,4 bar (liever: 0,2 bar)
bedragen.
FA ROTEX A1 BOe - 03/2013
Filter
Filterkom
Manometeraansluiting
Vacuümmeteraansluiting

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave