Pagina
52
3) INTONEREN (VOICING)
Bij het intoneren gaat het om een techniek die door pianostemmers wordt gebruikt om het klankkarakter van een
piano te beïnvloeden. Deze in het Engels ‚Voicing' genoemde functie van de ES6 biedt u de keus tussen 6
verschillende intonaties.
Normal
Mellow 1
Dynamic
Bright 1
Bright 2
Stap 1
Terwijl u de knoppen TOUCH en TRANSPOSE ingedrukt houdt, drukt u de knop E.PIANO.
Druk de knop E.PIANO
De LED lampjes van de knoppen TOUCH, TRANSPOSE en E.PIANO knipperen en geven aan dat de Voicing
functie werd gekozen.
In de display worden ‚Vic' (Voicing) en de actuele instelling aangegeven.
Stap 2
Met de knoppen
Stap 3
Druk een van de knoppen TOUCH, TRANSPOSE, SOUND SELECTION, EFFECTS of REVERB om de
instellingsmodus te verlaten.
De LED lampjes van de knoppen TOUCH, TRANSPOSE en E.PIANO gaan uit.
6
Dit is de fabrieksinstelling die overeenkomt met het normale klankkarakter van een piano
over het hele dynamische bereik.
Hier is de klank gedempter, onafhankelijk van de aanslagssterkte.
Mellow 2 is gedempter dan Mellow 1.
Het klankkarakter kan door de aanslag worden geregeld en loopt van gedempt tot helder en
scherp.
Bij deze instelling is de klank helderder en scherper, onafhankelijk van de aanslagssterkte.
Bright 2 is briljanter dan Bright 1.
2
of VALUE/BALANCE kunt u het gewenste Voicing type instellen.
VOICING
Normal
Mellow 1
Iedere verandering van de Voicing instelling blijft opgeslagen tot de ES6 wordt uitgeschakeld.
Na het uitschakelen wisselt de Voicing instelling weer in de fabrieksinstelling ‚Normal'. U kunt echter uw favoriete
Voicing type ook voor altijd opslaan. Nadere informaties hieromtrent op pagina 62.
Mello 2
Houd beide knoppen ingedrukt
Mellow 2
Dynamic
1
Bright 1
Bright 2