Inhoudsopgave
Advertenties
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
2. AFLEVERING EN MONTAGE-INSTRUCTIES
Het TCB-bedieningspaneel wordt normaliter voorgemonteerd en voorbedraad geleverd, samen met het
nafilter. Wanneer de TCB afzonderlijk is geleverd volg dan de onderstaande stappen om een
storingsvrije werking van de besturingskast te garanderen.
Controleer bij de ontvangst van het bedieningspaneel of de omkasting tijdens het transport niet is
beschadigd. Vergelijk de ontvangen onderdelen met de paklijst. Als u schade aantreft of merkt
dat er onderdelen ontbreken, geef dit dan door aan het transportbedrijf en aan uw
contactpersoon bij Nordson.
Pak de besturingskast uit. Sommige onderdelen kunnen binnen in de behuizing zijn meegeleverd.
Verwijder eventueel aanwezig verpakkingsmateriaal en voer dit correct als afval af.
Los bij het bedieningspaneel meegeleverde onderdelen kunnen zijn:
behuizingen voor slave-magneetklep
veiligheidsfilter
bedradingsschema
handleiding voor installatie en gebruik
reservezekeringen
2.1. Plaatsing van de kast
De bedieningspaneelkast moet op een plek worden gemonteerd die handig is voor de gebruiker en
voor onderhoudsmedewerkers. Het display toont visuele waarschuwingen voor problemen en
gebruikscondities, de waarde hiervan gaat dus grotendeels verloren als op de installatielocatie
permanente observatie onmogelijk is. Monteer de kast voor een duurzame, zoveel mogelijk
storingsvrije werking aan de eenheid zelf of aan een wand/draagbalk met weinig of geen vibratie.
De afstand tot het nafilter wordt beperkt wegens de lengte van de bij de apparatuur meegeleverde
leidingen en kabels (standaard 10 meter).
Om betrouwbare signalen naar de sensors te verkrijgen mogen de pneumatische sensorleidingen van
het bedieningspaneel maximaal 20 meter lang zijn. Bij grotere lengten kunnen de signalen zodanig
verzwakken dat deze niet langer betrouwbaar zijn. Overleg met uw contactpersoon bij Nordson voor
ondersteuning als de sensorleidingen langer moeten zijn dan 20 meter.
Wanneer de omgeving waarin de bediening wordt geplaatst gedefinieerd is als gevaarlijke locatie,
controleer dan of de geleverde besturing volgens diens specificatie inderdaad geschikt is voor deze
locatie.
2.2. Pneumatische installatie
Aan de kamers voor schone lucht en voor vervuilde lucht in het nafilter zijn slangkoppelingen
gemonteerd. Sluit de leiding vanaf de schone lucht-kamer aan op de lagedrukaansluiting aan de kast
(blauwe koppeling). Sluit de leiding vanaf de vuile lucht-kamer aan op de hogedrukaansluiting aan de
kast (zwarte koppeling). Alle aansluitingen moeten luchtdicht zijn.
Om te voorkomen dat er poeder binnendringt in de druktransducer van de bediening, is het
raadzaam een leidingfilter te monteren tussen de vuile zijde van het verzamelsysteem en de
aansluiting aan de bediening. Bij verzamelsystemen die explosieve poeders verwerken, moet
zo'n filter zowel in de aansluitingen voor de vuile zijde als voor de schone zijde worden
gebruikt.
7
Advertenties
Inhoudsopgave
