Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Optionele Scheidingsversterker Voor Thermistorbeveiliging En/Of Breekplaat: Aansluitingen; Aansluitingen Voor Ventilatorstartvoorzieningen: Aansluitklemmen; (+ 12 & 13 Voor Besturing Met 4 Eenheden); Alarmrelais: Aansluitklemmen - Nordson TCB Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud

3.6. Optionele scheidingsversterker voor thermistorbeveiliging en/of breekplaat: aansluitingen

6–9
Een optionele scheidingsversterker voor beveiliging van de motorthermistor of een
breekplaatobservatiecircuit kan worden aangesloten op de printplaat van de I/O-module. De ingaande
aansluitingen worden gemaakt aan de aansluitklemmen 6 en 7; op aansluitklemmen 8 en 9 is een
potentiaalvrij verbreekcontact beschikbaar als uitgangssignaal. Dit uitgangssignaal kan vervolgens
worden gebruikt om bijvoorbeeld een alarm in de TCB te genereren, door dit aan te sluiten op de
aansluitklemmen 26 en 28.
Aansluitklemmen voor de thermistor zijn standaard aanwezig op de TCB-kaart, maar de
thermistormodule zelf is optioneel.
3.7. Aansluitingen voor ventilatorstartvoorzieningen: aansluitklemmen 14–17 (+ 12 & 13 voor
besturing met 4 eenheden)
De contactgevers voor starten van de ventilator worden als volgt aangesloten:
Aansluitklem 14 = moedercontact = 24 VAC voeding.
Aansluitklem 15 = hoofdcontactgever voor Ster-Delta systemen, ventilator 1 contactgever voor DOL /
systemen met meerdere ventilatoren.
Aansluitklem 16 = ster-contactgever voor Ster-Delta systemen, ventilator 2 contactgever voor systeem
met meer ventilatoren.
Aansluitklem 17 = delta-contactgever voor Ster-Delta systemen, ventilator 3 contactgever voor systeem
met meer ventilatoren.
Bij een systeem met 4 ventilatoren:
Aansluitklem 12 = moedercontact = 24 VAC voeding.
Aansluitklem 13 = contactgever ventilator 4.
Deze aansluitingen zijn op de fabriek gemaakt.
3.8. Alarmrelais: aansluitklemmen 18–20
Een omschakelcontact is beschikbaar op de aansluitklemmen 18-20. Het relais is normaliter
bekrachtigd en wordt stroomloos zodra zich een alarmconditie voordoet (rode alarmlamp op het display
gaat branden) of bij een storing in de stroomvoorziening (zie het schema in afbeelding 3 hieronder).
6 7
Afbeelding 7: Bedradingsschema moduleprintplaat (detail)
3.9. Drukknoppen voor starten/stoppen op afstand: aansluitklemmen 21–23
Het drukknopcircuit voor AAN/UIT op afstand kan worden aangesloten op de aansluitklemmen 21-23.
De aansluitklemmen 21 en 22 zijn af-fabriek aangesloten. Starten van ventilatorgroep: kortstondig
sluiten van contacten 23 en 22 (maakcontact). Stoppen van ventilatorgroep: kortstondig verbreken van
contacten 21 en 22 (verbreekcontact).
8 9
10 11
12 13
18
19
10
20

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave