Inhoudsopgave
Advertenties
Handleiding voor installatie, gebruik en onderhoud
4. CONTROLELIJST VOORAF AAN INBEDRIJFNAME
Controleer of alle aansluitingen voor persluchttoevoer en stroomvoorziening in de juiste
positie staan (indien niet voorgemonteerd).
Controleer nog eens of alle elektrische verbindingen en persluchtaansluitingen stevig zijn
vastgezet.
Controleer of alle elektrische systemen deugdelijk zijn geaard.
Controleer of de schakelaarinstelling voor motorbeveiliging overeenstemt met de
motorstroomsterkte bij vollast.
Controleer de ster/delta instelling voor omschakelvertraging. De standaardinstelling is 5
seconden, maar in de instelmodus kan dit worden aangepast (zie paragraaf 7.7).
Controleer bij een systeem met meer modules of alle onderlinge bedrading op zijn plaats
zit en of de modus- en adresschakelaars correct zijn ingesteld.
Controleer nadat alle elektrische aanstellingen zijn gemaakt of de deur correct is gesloten en
vastgezet. De omkasting is zodanig geconstrueerd dat het frontpaneel alleen opent als de
hoofdschakelaar uit staat.
5.1. Nafiltersystemen met enkele ventilator
Het TCB-bedieningspaneel levert de uitgaande signalen naar de membraankleppen gemonteerd aan
het nafilter en regelt ook de opstartprocedure voor de ventilatormotor (hij kan ook eventueel
gemonteerde hulpapparatuur aansturen, zoals draaiklep, schroeftransporteur etc.). De gemeten
verschildruk geeft een duidelijke indicatie van het drukverlies over de filterelementen.
Standaard zal het systeem luchtpulsen gaan afgeven zodra de drempelwaarde van 80 daPa wordt
overschreden. Een reinigingscyclus pulseert normaliter alle kleppen van de eenheid achtereenvolgens
met een interval van 10 seconden tussen elke puls. Zodra de verschildruk is gedaald tot onder 40 daPa
zal de besturing de reiniging stoppen zodra een volledige cyclus is voltooid; dit wordt aangeduid als een
'Stop & Einde' reiniging.
Het LCD-display geeft de status van de eenheid aan tijdens bedrijf, zoals SYSTEM ON, CLEANING ON
(systeem aan, reiniging aan), en geeft ook de actuele verschildruk over het filter aan.
Wanneer de verschildruk hoger wordt dan 150 daPa, verschijnt er een alarmmelding op het display en
gaat de alarm-LED branden.
In de functie voor offlinereiniging wordt de reinigingsbeurt nog een aantal cycli voortgezet nadat de
ventilator is uitgeschakeld. Deze functie is standaard uitgeschakeld maar kan worden geactiveerd door
wijziging van de parameter P06.
Deze af-fabriek standaardwaarden kunnen desgewenst worden gewijzigd volgens de in de volgende
hoofdstukken beschreven richtlijnen.
5.2. Systemen met meer ventilatoren, zoals met elektronische besturing
Het TCB-bedieningspaneel levert de uitgaande signalen naar de membraankleppen gemonteerd aan
het nafilter en regelt ook de opstartprocedure voor de ventilatormotor. De gemeten verschildruk geeft
een duidelijke indicatie van het drukverlies over de filterelementen.
Bij standaardsystemen die niet-explosieve poeders verwerken zal het systeem standaard luchtpulsen
gaan afgeven zodra een drempelwaarde van 80 daPa wordt overschreden. Een reinigingscyclus
5. GEBRUIK
14
Advertenties
Inhoudsopgave
