Audio-aanpassingen
Audioregeling
U kunt wijzigingen aanbrengen aan de volgende items
voor audioregeling;
Instelitem
Display
Achtervolume
"REAR VOLUME"
Subwooferniveau
"SUBWOOFER LEVEL"
Balans
"BALANCE"
Fader
"FADER"
Sluit de audioregelfunctie (volumeregelfunctie) af
1
Activeer de audioregelfunctie
Druk op de knop [AUD].
2
Kies het in te stellen audio-item
Druk op de knop [AUD].
3
Stel het item in
Draai aan de knop [AUD].
4
Sluit de audioregelfunctie af
Druk op een willekeurige toets.
Druk op een andere knop dan de knop [AUD] of de
knop [0].
Audio-instelling
U kunt het geluidssysteem als volgt instellen;
Instelbereik
0 — 35
–15 — +15
Links 15 — Rechts 15
Achteraan 15 —
Vooraan 15
1
2
3
4
5
Instelitem
Display
Volumecompensatie
"VOL-OFFSET" –8 — ±0 (AUX: -8— +8)
Dubbele-zonesysteem "2 ZONE"
⁄
• Volumecompensatie: het volume van elke
geluidsbron kan worden gecompenseerd en aan het
standaardvolume worden aangepast.
• Dubbele-zonesysteem
De hoofdbron en de subbron (hulpingang) geven het
voorkanaal en het achterkanaal afzonderlijk weer.
- Stel het kanaal of de subbron in op "Zone2" in
<Functieregeling> (pagina 6).
- De hoofdbron wordt gekozen met de knop [SRC].
- Het volume van het voorkanaal wordt afgesteld met de
knop [AUD].
- Pas het volume van het achterkanaal aan door middel
van <Audioregeling> (pagina 27) of de knop [5]/[∞]
op de afstandsbediening (pagina 40).
- De audioregeling heeft geen effect op de subbron.
Kies de in te stellen geluidsbron
Druk op de knop [SRC].
Activeer de audio-instelfunctie
Houd de knop [AUD] ten minste 1 seconde
ingedrukt.
Kies het in te stellen audio-instelitem
Druk op de knop [AUD].
Stel het audio-instelitem in
Draai aan de knop [AUD].
Sluit de audio-instelfunctie af
Houd de knop [AUD] ten minste 1 seconde
ingedrukt.
Instelbereik
Uit/Aan
27
|
Nederlands