Voor het inrijden van de vaste vermogenschakelaar geldt:
•
Plaats de vermogenschakelaar met de achterste wielen in de transportrails
(fig. 6.02G).
•
Duw de vermogenschakelaar voorzichtig naar achteren zodat de aansluitingen
(fig. 6.02B) in de inrijdcontacten (fig. 6.02A) vallen.
•
Rijd de vermogenschakelaar tot tegen de achteraanslag van de geleidingen.
•
Sluit de eventueel aanwezige laagspanningsconnector (fig. 6.02H) aan.
•
Plaats de deur van het kabelcompartiment. Zie "Terugplaatsen van de deur".
•
Vergrendel de deur met behulp van een degelijk hangslot.
•
Stel de cel weer in bedrijf.
•
Controleer de verbindingen tussen de aansluitingen en de inrijdcontacten.
6-6
Fout! Geen tekst met opgegeven opmaakprofiel in document.
NL010601