5.2.4.1 Openen van de lastscheidingsschakelaar en sluiten van de
aardingsschakelaar
•
•
•
Linksom draaien = schakelaar openen
Rechtsom draaien = schakelaar sluiten
•
Controleer aan de hand van de capacitieve spanningsindicatoren of er (met de
lastscheidingsschakelaar in de stand OPEN) nog spanning op de kabels aanwezig is.
De capacitieve spanningsindicatoren moeten UIT zijn.
Indien noodzakelijk, kan de deur nu worden geopend.
5.2.4.2 Openen van de aardingsschakelaar en sluiten van de
lastscheidingsschakelaar
•
•
•
•
•
Linksom draaien = schakelaar openen
Rechtsom draaien = schakelaar sluiten
NL010601
Draai de rode knop (fig. 5.13D) linksom tot de
lastscheidingsschakelaar hoorbaar opent (1).
De indicator (fig. 5.13A) op het synoptisch schema komt in
horizontale positie (2) en de aardingsschakelaar wordt automatisch
ontgrendeld.
Plaats de bedieningshandgreep (fig. 5.14C) op de bedieningsas van
de aardingsschakelaar.
Draai de bedieningsas rechtsom tot de aardingsschakelaar
hoorbaar sluit (1).
De indicator (fig. 5.14B) op het synoptisch schema komt in verticale
positie (2).
Zorg ervoor dat de deur van het kabelcompartiment is gesloten. Zie
"Terugplaatsen van de deur".
Plaats de bedieningshandgreep (fig. 5.15C) op de bedieningsas van
de aardingsschakelaar.
Draai de bedieningsas linksom tot de aardingsschakelaar hoorbaar
opent.
De indicator (fig. 5.15B) op het synoptisch schema komt in
horizontale positie.
Plaats de bedieningshandgreep (fig. 5.16C) op de bedieningsas van
de lastscheidingsschakelaar.
Draai de bedieningsas rechtsom tot de lastscheidingsschakelaar
hoorbaar sluit.
De indicator (fig. 5.16A) op het synoptisch schema komt in verticale
positie. De betreffende cel is nu klaar om in bedrijf te worden gesteld.
5-5