14 Installatie van de leidingen
4 Afhankelijk van of u meteen koelmiddel wil vullen via de
koelmiddelvulpoort of eerst een deel koelmiddel vooraf wil
vullen via de vloeistofleiding, opent u de afsluiters van de
buitenunit of laat u ze dicht. Zie
bijvullen" [ 4 24] voor meer informatie.
14.3.6
Koelmiddelleidingen isoleren
Na de lektest en het vacuümdrogen moeten de leidingen worden
geïsoleerd. Houd hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
▪ Isoleer altijd de vloeistof- en de gasleidingen (voor alle units).
▪ Gebruik hittebestendig polyethyleenschuim dat bestand is tegen
een temperatuur van 70°C voor de vloeistofleidingen en
polyethyleenschuim dat bestand is tegen een temperatuur van
120°C voor de gasleidingen.
▪ Verstevig de isolatie op de koelmiddelleiding naar gelang de
installatie-omgeving.
Omgevingstemperat
Vochtigheid
uur
≤30°C
75% tot 80% RV
>30°C
≥80% RV
▪ Als condens van op de afsluiter in de binnenunit zou kunnen
terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat de
buitenunit hoger staat dan de binnenunit, dan moet dit worden
voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Zie de
onderstaande afbeelding.
b
a
a
Isolatiemateriaal
b
Afdichtingsmateriaal, enz.
14.4
Koelmiddel vullen
14.4.1
Voorzorgsmaatregelen bij het vullen van
koelmiddel
WAARSCHUWING
▪ Gebruik UITSLUITEND R410A als koelmiddel. Andere
stoffen
kunnen
veroorzaken.
▪ R410A
bevat
gefluoreerde
waarde van het aardopwarmingsvermogen (GWP)
bedraagt 2087,5. Laat deze gassen NIET vrij in de
atmosfeer.
▪ Wanneer
u
koelmiddel
veiligheidshandschoenen en een veiligheidsbril.
OPMERKING
Als de voeding van sommige units wordt uitgeschakeld,
kan de vulprocedure niet goed worden voltooid.
OPMERKING
Bij een systeem met meerdere buitenunits moet u de
voeding van alle buitenunits inschakelen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
24
"14.4.2 Over koelmiddel
Minimumdikte
15 mm
20 mm
ontploffingen
en
ongelukken
broeikasgassen.
Zijn
bijvult,
gebruik
ALTIJD
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om
de carterverwarming van stroom te voorzien en de
compressor te beschermen.
OPMERKING
Als de stappen binnen de 12 minuten na het inschakelen
van de binnen- en buitenunits worden uitgevoerd, werkt de
compressor niet voordat de communicatie tussen de
buitenunit(s) en binnenunits op een correcte manier tot
stand is gebracht.
OPMERKING
Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay
van de A1P-printplaat van de buitenunit normaal is voordat
u de vulprocedure begint (zie
[ 4 34]).
activeren"
weergegeven, zie
"19.1 Problemen op basis van foutcodes
oplossen" [ 4 39].
OPMERKING
Controleer of alle aangesloten binnenunits worden herkend
(zie [1‑10], [1‑38] en [1‑39] in
instellingen" [ 4 35]).
OPMERKING
Sluit het voorpaneel voordat u begint met koelmiddel bij te
vullen. Wanneer het voorpaneel niet is gemonteerd, kan de
unit niet controleren of er geen storingen zijn.
OPMERKING
Bij onderhoud en wanneer het systeem (buitenunit+lokale
leidingen+binnenunits) geen koelmiddel meer bevat (bijv.
na aftappen van het koelmiddel), dan moet eerst de
oorspronkelijke hoeveelheid koelmiddel (zie naamplaatje
op de unit) in de unit worden gebracht alvorens de
automatische vulfunctie kan worden gebruikt.
14.4.2
Over koelmiddel bijvullen
Zodra het vacuümdrogen beëindigd is, kan extra koelmiddel worden
bijgevuld.
Er zijn twee manieren om extra koelmiddel bij te vullen.
Methode
Automatisch vullen
"14.4.6 Stap 6a: Koelmiddel
automatisch
Handmatig vullen
"14.4.7 Stap 6b: Koelmiddel handmatig
vullen" [ 4 29]
INFORMATIE
Koelmiddel
bijvullen
koelmiddelvulfunctie is niet mogelijk wanneer er Hydrobox-
units of RA DX-binnenunits op het systeem zijn
aangesloten.
Om het vullen van koelmiddel sneller te laten verlopen, wordt het bij
grote systemen aanbevolen om eerst een deel van het koelmiddel
vooraf te vullen via de vloeistofleiding, en daarna pas automatisch of
handmatig te vullen. Deze stap staat in de onderstaande procedure
vullen" [ 4 27]). U kunt deze stap overslaan,
(zie
"14.4.5 Koelmiddel
maar dan duurt het vullen langer.
U vindt een overzicht van de mogelijkheden en de vereiste stappen
in
het
stroomschema
(zie
Stroomschema" [ 4 26]).
"16.1.4 Stand 1 of 2
Als
een
storingscode
wordt
"16.1.7 Stand 1: Controle
Zie
vullen" [ 4 28]
met
de
automatische
"14.4.4
Koelmiddel
vullen:
RYYQ+RYMQ+RXYQ
VRV IV+ warmtepomp
4P546220-1F – 2023.01