▪ De koelmiddelleiding controleren op lekken.
▪ Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen
door middel van vacumeren.
Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in
de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven
tot alle vocht is verwijderd.
Alle leidingen in de unit zijn in de fabriek op lekken getest.
Alleen lokaal geïnstalleerde leidingen moeten worden gecontroleerd.
Zorg ervoor dat alle afsluiters van de buitenunit goed gesloten zijn
alvorens een lektest uit te voeren of te vacuümdrogen.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de kleppen van alle (lokaal voorziene)
lokale leidingen OPEN staan (behalve de afsluiters van de
buitenunit!) voordat u begint met de lektest of het
vacuümdrogen.
Zie
"14.3.3 Koelmiddelleiding controleren:
informatie over de stand van de kleppen.
14.3.2
Koelmiddelleiding controleren: Algemene
richtlijnen
Sluit de vacuümpomp via een verdeelstuk aan op de servicepoort
van
alle
afsluiters
voor
"14.3.3 Koelmiddelleiding controleren:
OPMERKING
Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep of
een elektromagnetische klep die tot een meterdruk van
– 1 00,7 kPa (− 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut) kan vacumeren.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de olie in de pomp niet in het systeem
terugstroomt wanneer de pomp niet draait.
OPMERKING
Ontlucht NIET met koelmiddel. Gebruik een vacuümpomp
om de installatie leeg te pompen.
14.3.3
Koelmiddelleiding controleren: Set-up
p <
p >
h
A
B
g
f
a
d
D
N2
R410A
C
b
c
e
a
Reduceerklep
b
Stikstof
c
Weegschaal
d
Fles R410A-koelmiddel (hevelsysteem)
e
Vacuümpomp
f
Afsluiter vloeistofleiding
g
Afsluiter gasleiding
h
Afsluiter vereffeningsleiding (alleen voor RYMQ)
A
Klep A
B
Klep B
C
Klep C
D
Klep D
Klep
Klep A
Klep B
Klep C
Klep D
Afsluiter vloeistofleiding
Afsluiter gasleiding
RYYQ+RYMQ+RXYQ
VRV IV+ warmtepomp
4P546220-1F – 2023.01
Set-up" [ 4 23] voor meer
een
grotere
efficiëntie
(zie
Set-up" [ 4 23]).
Stand van de klep
Open
Open
Open
Open
Gesloten
Gesloten
14 Installatie van de leidingen
Klep
Afsluiter vereffeningsleiding
OPMERKING
De aansluitingen op de binnenunits en alle binnenunits
moeten ook worden getest op lekken en op vacuüm. Houd
eventuele (lokaal voorziene) kleppen van lokale leidingen
ook open.
Zie de montagehandleiding van de binnenunit voor meer
informatie. Lektesten en vacuümdrogen moeten worden
uitgevoerd voordat de voeding van de unit wordt
ingeschakeld. Zie anders het eerder in dit hoofdstuk
beschreven
stroomschema
koelmiddelleidingen" [ 4 22]).
controleren van de
14.3.4
Lektest uitvoeren
De lektest moet in overeenstemming zijn met EN378‑2.
Op lekken controleren: Vacuümlektest
1 Vacumeer het systeem aan de vloeistof- en gasleiding
gedurende meer dan 2 uur tot –100,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr
absoluut).
2 Schakel de vacuümpomp uit zodra de waarde is bereikt en
controleer of de druk minstens 1 minuut niet stijgt.
3 Als de druk stijgt, dan bestaat de mogelijk dat in het systeem
vocht aanwezig is (zie vacuüm drogen onder) of dat het
systeem een lekkage heeft.
Op lekken controleren: Druklektest
1 Test
op
lekken
met
leidingverbindingen.
2 Verwijder alle stikstofgas.
3 Breek het vacuüm door het onder druk te brengen met
stikstofgas tot een minimum meterdruk van 0,2 MPa (2 bar).
Stel de meterdruk nooit in op een waarde die groter is dan de
maximum bedrijfsdruk van de unit, d.w.z. 4,0 MPa (40 bar).
OPMERKING
Gebruik ALTIJD een aanbevolen bellentestoplossing van
bij uw groothandelaar.
Gebruik NOOIT zeepwater:
▪ Zeepwater kan componenten zoals flaremoeren of
deksels van afsluiters doen barsten.
▪ Zeepwater kan zout bevatten, dat vocht opneemt en
bevriest wanneer de leidingen koud worden.
▪ Zeepwater
bevat
flareverbindingen kan veroorzaken (tussen de messing
flaremoer en de koperen flare).
14.3.5
Vacuümdrogen
Ga als volgt te werk om al het vocht uit het systeem te verwijderen:
1 Vacumeer het systeem minstens 2 uur tot een streefwaarde
van –100,7 kPa (– 1 ,007 bar) (5 Torr absoluut).
2 Controleer of de streefwaarde van het vacuüm minstens 1 uur
behouden blijft nadat de vacuümpomp is uitgeschakeld.
3 Als de streefwaarde niet binnen de 2 uur wordt bereikt of niet 1
uur behouden blijft, bevat het systeem mogelijk te veel vocht.
Breek in dat geval het vacuüm met stikstofgas tot een
meterdruk van 0,05 MPa (0,5 bar) en herhaal stap 1 tot 3 tot
alle vocht verwijderd is.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
Stand van de klep
Gesloten
(zie
"14.3.1 Over
een
bellentestoplossing
op
ammoniak,
dat
corrosie
het
alle
van
23