Aansluitingen
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Monitor
8
1
2
11
Laptop of
desktopcomputer
• Niet alle kabels die in de bovenstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn mogelijk met de projector geleverd (zie
Inhoud van de verpakking op pagina
• De aansluitingsillustraties zijn alleen bedoeld als referentie. De achteraansluitstekkers die beschikbaar zijn op de
projector, variëren met elk projectormodel.
• Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten.
Gewoonlijk schakelt een toetsencombinatie zoals FN + functietoets de externe weergave in of uit. Druk tegelijk
op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke
toetsencombinaties.
• Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en de juiste video-ingang
is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de
signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
A/V-apparaat
10
4
5
6
11
3
1
10
7
Slim
apparaat
7). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
1
2
3
7
4
5
6
9
Luidsprekers
7
8
9
10
11
VGA-kabel
VGA-naar-DVI-A-kabel
USB-kabel
Componentvideo-naar-VGA
(D-sub) adapterkabel
S-Video-kabel
Videokabel
Audiokabel
Audio L/R-kabel
USB-kabel (A naar Micro B Type)
aansluiten op de voedingspoort
van de draadloze HDMI-dongle.
HDMI-kabel
HDMI draadloze dongle
Aansluitingen
19