Installeren
Externe kanalen
Wanneer meer luchtkanalen worden toegevoegd aan de
buitenkant van de behuizing moet de drukval in het
kanaal worden berekend. Gebruik onderstaande schema's
om de frequentieomvormer te reduceren op basis van de
drukval.
(%)
90
4
4
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
0,5
Illustration 4.14 Reductie framegrootte D t.o.v. drukverandering
Luchtdoorstroming omvormer: 765 m
(%)
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
0
Illustration 4.15 Reductie framegrootte E t.o.v. drukverandering
(kleine ventilator), P315
Luchtdoorstroming omvormer: 1105 m
(%)
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
0,2
Illustration 4.16 Reductie framegrootte E t.o.v. drukverandering
(grote ventilator), P355-P450
Luchtdoorstroming omvormer: 1445 m
28
4,9
13
27,3
45,9
66
89,3
Druktoename
3
/u. (450 cfm)
0,1
3,6
9,8
21,5 43,4
76
147,1
Drukverandering
3
/u. (650 cfm)
0,6
2,2
5,8
11,4 18,1 30,8
69,5
Drukverandering
3
/u. (850 cfm)
MG37A110 - VLT® is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT Automation Low Harmonic Drive - AAF006 Bedieningshandleiding
(%)
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
Illustration 4.17 Reductie framegrootte F t.o.v. drukverandering
Luchtdoorstroming omvormer: 985 m
4.3.7 Pakking/leidingdoorvoer – IP 21
115,7
147
(NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12)
(Pa)
Kabels moeten vanaf de onderzijde door de doorvoerplaat
worden gevoerd en worden aangesloten. Verwijder de
plaat en bekijk waar de doorvoer voor de kabelpakkingen
of leidingen moet komen. Maak de gaten in het
aangegeven gebied op de tekening.
NOTE
De doorvoerplaat moet worden bevestigd aan de frequen-
tieomvormer om te voldoen aan de aangegeven
beschermingsklasse en om te zorgen voor voldoende
koeling van de eenheid. Als de doorvoerplaat niet is
gemonteerd, kan de frequentieomvormer worden
uitgeschakeld (trip) bij alarm 69, Temp. voed.krt.
237,5
278,9
(Pa)
Illustration 4.18 Voorbeeld van juiste installatie van de
doorvoerplaat.
152,8 210,8
(Pa)
25
50
75
100
125
150
Drukverandering
3
/u. (580 cfm)
175
200
225