1625
Gebruiksaanwijzing
Meetmethode
De actuele methode voor het meten van spanning is gebaseerd op de principe-
schakeling in onderstaande afbeelding.
G
I
E
ES
E
R
E
U
E
Een AC-generator G voert stroom I toe via aardelektrode E (weerstand R
de aardelektrode) en hulpaardelektrode H (weerstand R
trode).
Spanning U
daalt bij aardingsweerstand R
E
spanning wordt geregistreerd en gemeten door probe S. Bij het zogenaamde
circuit met drie geleiders worden de bussen E en ES van het instrument met
elkaar verbonden. In een circuit met vier geleiders wordt een afzonderlijke
draad gebruikt om de bus ES met de aardelektrode te verbinden.
Daardoor wordt de spanningsval van de draad tussen bus E en de aardelektrode
niet gemeten. Omdat het spanningsmeetcircuit een zo hoge impedantie heeft,
kan de invloed van de probeweerstand R
verwaarloosd.
Daarmee bedraagt de aardingsweerstand
U
R =
Meas
E
1
en is onafhankelijk van de weerstand R
tor heeft een frequentie tussen 70 en 140 Hz.
Deze moet een afstand van ten minste 5 Hz hebben ten opzichte van één van de
nominale frequenties tussen 16 2/3, 50 of 60 Hz en hun harmonischen. Er is
een frequentieselectief filter aan de generatorfrequentie toegewezen.
78
U meas.
V
S
S
R
S
E
binnen bepaalde grenzen worden
S
van de hulpaardelektrode. De genera-
H
van de hulpaardelek-
H
(U
proportioneel met R
E
I
H
H
R
H
edw057.eps
van
E
.) Deze
E