Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Fluke 1625 Gebruiksaanwijzing pagina 82

Inhoudsopgave

Advertenties

Inleiding
Per definitie bestaat de aardingsweerstand uit verschillende afzonderlijke
weerstanden:
1. de weerstand in het snoer dat is aangesloten op de aardelektrode;
2. de weerstand in de eigenlijke aardelektrode, aardingspen, aard-
ingsplaat, aardstrip, aardelektrode in een vermaasd systeem etc.;
3. De aardverspreidingsweerstand, de weerstand tussen de aardelektrode
en de bodempotentiaal.
Omdat bij juiste dimensionering de weerstand in de verbindingskabels en de
weerstand van de aardelektrode verwaarloosbaar klein zijn, wordt de aard-
ingsweerstand hoofdzakelijk bepaald door de aardverspreidingsweerstand. Dit
betekent dat een nauwkeurige meting van de aardverspreidingsweerstand
noodzakelijk is om de exacte aardingsvoorwaarden te kunnen bepalen en de
juiste beschermingsmaatregelen te kunnen nemen. Omdat de aardverspreid-
ingsweerstand niet alleen afhankelijk is van de specifieke bodemweerstand, dat
is de weerstand van de desbetreffende bodem (kiezel, klei, graniet), maar ook
in grote mate afhankelijk is van de vorm van de aardelektrode, moet een meet-
controle worden uitgevoerd, zelfs als de positie van de aardelektrode en de
bodemgesteldheid precies bekend zijn.
Voor het herdimensioneren van een aardingssysteem, voor bijvoorbeeld blik-
sembeveiliging, kan aan de hand van de volgende tabel een eerste berekening
worden gemaakt. Voor deze berekening moet de bodemweerstand van de plek
waar de aardelektrode in de bodem zal worden gedreven, bekend zijn.
Aardingsweerstand
Bijlage B
74

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave