Problemen oplossen
Probleem
Het scherm is leeg.
Kan de voicerecorder
niet bedienen.
Kan niet opnemen.
8
Weergave is onhoorbaar.
De opname is te stil.
Het geluidsbestand
klinkt vervormd.
NL
112
Mogelijke oorzaak
De batterij is niet correct
geplaatst.
Het resterend batterijvermogen
is beperkt.
Het toestel is uitgeschakeld.
Het resterend batterijvermogen
is beperkt.
Het toestel is uitgeschakeld.
De voicerecorder staat in HOLD-
modus.
Er is geen geheugen meer
beschikbaar.
Het maximale aantal opneembare
bestanden is bereikt.
De oortelefoon is aangesloten op
de EAR-aansluiting.
[Uit] is geselecteerd voor
[Luidspreker].
Het volume is ingesteld op [00].
Het opnameniveau is niet
aangepast.
Er werd een laag opnameniveau
ingesteld.
Het uitgangsniveau van het
aangesloten externe toestel kan
te laag zijn.
Het opnameniveau is niet
aangepast.
Het opnameniveau van
de voicerecorder of het
uitgangsniveau van het
aangesloten externe toestel
kan te hoog zijn.
Oplossing
Controleer of de positieve en negatieve
pool van de batterij correct geplaatst zijn
(☞ Blz. 11).
De batterij opladen (☞ Blz. 12, Blz. 16).
Schakel het toestel in (☞ Blz. 15).
De batterij opladen (☞ Blz. 12, Blz. 16).
Schakel het toestel in (☞ Blz. 15).
Hef de HOLD-modus op (☞ Blz. 21).
Verwijder onnodige bestanden
(☞ Blz. 46).
Selecteer een andere map (☞ Blz. 25,
Blz. 27).
Om weer te geven via de ingebouwde
luidspreker, koppelt u de oortelefoon los.
Om weer te geven via de ingebouwde
luidspreker, selecteert u [Aan] voor
[Luidspreker] (☞ Blz. 70).
Pas het volume aan (☞ Blz. 36).
Maak de opname opnieuw nadat
u het opnameniveau heeft aangepast
(☞ Blz. 58).
Maak de opname opnieuw nadat u het
opnameniveau heeft ingesteld op [Hoog]
of [Medium] (☞ Blz. 58).
Pas het uitgangsniveau van het externe
toestel aan.
Maak de opname opnieuw nadat
u het opnameniveau heeft aangepast
(☞ Blz. 58).
Als het probleem niet verholpen is na
het aanpassen van het opnameniveau
van de voicerecorder (☞ Blz. 58), past
u het uitgangsniveau van het externe
toestel aan.