5.6 Displayverlichting inschakelen
Aanwijzing
Als de omgevingsverlichting niet voldoende is, wordt de displayverlich-
ting automatisch ingeschakeld.
▶ Om de displayverlichting in te schakelen, de toets
◁ Na 20 seconden schakelt de verlichting automatisch uit.
5.7 Afzonderlijke meting uitvoeren
1. Om de laserstraal te activeren, de toets
2. Houd de laserstraal op het doel gericht.
3. Druk de toets
◁ De gemeten afstand wordt in de onderste regel van het display
weergegeven.
◁ De meetwaarde van de voorgaande meting wordt in de bovenste regel
van het display weergegeven..
4. Voor nog een meting de laser op het doel gericht houden en de meting
opnieuw starten met de toets
5.8 Continumeting uitvoeren
Aanwijzing
Tijdens de continumeting worden per seconde 8-15 meetwaarden
gemeten en weergegeven. Het laserafstandsmeetapparaat kan zo lang
ten opzichte van het doel worden bewogen, tot de gewenste afstand
bereikt is.
1. Druk de toets
◁ Als de signaaltoon is ingeschakeld, wordt een akoestisch signaal
gegeven.
2. Beweeg het laserafstandsmeetapparaat naar het doel toe, of ervan af, tot
de gewenste afstand bereikt wordt.
3. Druk de toets
◁ De gemeten afstand wordt in de onderste regel van het display
weergegeven.
◁ De meetwaarde van de voorgaande meting wordt in de bovenste regel
van het display weergegeven..
5.9 Meetreferentiepunt
Aanwijzing
Alle metingen hebben betrekking op de achterzijde van het laseraf-
standsmeetapparaat als referentiepunt.
kort in om de meting uit te voeren.
.
2 seconden lang in.
kort in.
4
of
kort indrukken.
kort indrukken.
31