10. Bijlage
Het apparaat beheren door de
gebruikersverificatiefunctie te gebruiken
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een verificatiefunctie kunt gebruiken om dit apparaat te beheren.
• Voor informatie over de gebruikersverificatiefunctie raadpleegt u de distributeur waar u het product
hebt gekocht of uw verkoopvertegenwoordiger.
• Maak de IC-kaartlezer los nadat het whiteboard volledig is afgesloten. Er kan een storing
optreden als de lezer wordt losgekoppeld tijdens het inschakelen of uitschakelen.
Voorbereiden voor gebruik
In dit gedeelte wordt uitgelegd welke voorbereidingen nodig zijn om de verificatiefunctie gebruiken.
Sluit een apparaat dat wordt gebruikt voor verificatie aan
Sluit uw IC-kaartlezer of toetsenbord dat wordt gebruikt voor verificatie, aan op het apparaat.
Configureer Instellingen gebruikersverificatie.
Selecteer het vakje [Gebruikersverificatiefunctie gebruiken] in Instellingen gebruikersverificatie op
de webpagina Beheerdersinstellingen en voer het adres, poortnummer en communicatieprotocol
van de server in. Voor meer informatie over de verificatie-instellingen, zie Pag. 221 "Instellingen
voor gebruikersverificatie wijzigen".
Afdrukinstellingen opnieuw configureren
Als u de RICOH Streamline NX v2 SPM-server (Secure Print Manager) of de RICOH Streamline
NX v3-delegeerserver wilt ondersteunen, configureert u Afdrukinstellingen als volgt opnieuw in
Beheerdersinstellingen op het apparaat:
1.
Selecteer PCL6 Driver for Universal Print en open vervolgens
[Printservereigenschappen].
2.
Geef het SPM-serveradres of het adres van de delegeerserver op als het adres voor
de printer.
3.
Selecteer "Gebruikersverificatie" in [Printverificatie].
4.
Druk op [Instellen].
5.
Open [Printinstellingen].
6.
Open [Overige].
7.
Open [Printereigenschappen] voor de (multifunctionele) printer die u gebruikt.
8.
Selecteer "IWB_RICOH_PRINTER" op het tabblad [Poorten].
9.
Open [Poort configureren].
310