8. De Interactive Whiteboard-instellingen wijzigen
1. Onderwerprij
Voer "name", "path", "user", "password", "readable" en "writable" in en scheid elke waarde met een
tab.
2. Naamkolom
Voer de naam van de gedeelde map in. De naam van de gedeelde map die u hier hebt ingevoerd,
wordt in de maplijst weergegeven. Om pagina's op te slaan of bestanden te importeren, specificeert u in
de maplijst de naam van de gedeelde map die u wilt gebruiken. Het maximale aantal tekens is 255.
Wanneer u de naam weglaat, wordt een lege invoer toegevoegd.
3. Padkolom, gebruikerskolom
• Padkolom
Het pad van de gedeelde map dient uit 1 tot 1024 tekens te bestaan. Als u ook maar één pad van
een gedeelde map weglaat, wordt de Gedeelde-maplijst niet toegevoegd.
• Gebruikerskolom
Voer de gebruikersnaam van de gebruiker in die toegang tot de gedeelde map krijgt. Wanneer u
de naam weglaat, wordt een lege invoer toegevoegd.
De beschikbare tekens zijn:
• Hoofdletters: A-Z
• Kleine letters: a-z
• Cijfers: 0-9
• Symbolen: (spatie) ! " # $ % & ' ( ) * + , - . / : ; < = > ? @ [ \ ] ^ _ ` { | } ~
Voer het pad en de gebruikersnaam als volgt in:
Wanneer u een gedeelde map opgeeft onder domeinbeheer
De gedeelde map
Een IP-adres
opgeven
Een hostnaam
opgeven
188
Het pad opgeven
openen
\\IP-adres van computer\naam
van gedeelde map
\\IP-adres van computer\naam
van gedeelde map
\\FQDN van computer\naam
van gedeelde map
\\FQDN van computer\naam
van gedeelde map
De gebruikersnaam invoeren
volledige domeinnaam
\gebruikersnaam
gebruikersnaam@volledige
domeinnaam (UPN-indeling)
volledige domeinnaam
\gebruikersnaam
gebruikersnaam@volledige
domeinnaam (UPN-indeling)