Instructies voor de aansluiting van
het ingangsvermogen
Gebruik draden die minstens 14 AWG dik zijn –
2 draden met aarding.
1.
Verwijder twee kruiskopschroeven aan de
rechterkant van het voorpaneel van de
scharnierdeur om bij de contactstrip te komen.
2.
Verwijder een afdichtstop en installeer een
kastconnector om te zorgen dat de stroomdraden
trekontlasting hebben.
Strip 1/4" (6,4 mm) isolatie van de draden en leid
3.
ze door de trekontlasting.
4.
Zoek de 4 aansluitblokken, genummerd met #48,
#49 en #50. Deze moeten worden gebruikt om
hulpvermogen te leveren. Aansluitblok #50 wordt
gebruikt voor de invoeraardaansluiting. Dit
aansluitblok is kleurgecodeerd met groen en geel
voor een eenvoudige identificatie. Aansluitblok #48
en #49 moeten worden gebruikt om het
ingangsstroomcircuit aan te sluiten (zie afbeelding 3)
5.
Steek de platkopschroevendraaier met een dikte
van 3,5 mm (0,137 inch) x 0,51 mm (0,020 inch) in
het vierkante gat naast het te gebruiken montagegat
op de contactstrip. Steek de schroevendraaier zover
in tot deze er weer uitkomt. Hiermee opent u de
schroefloze draadinleggingspoort met
veerklemmen. Steek de draad, met de kooiklem
geopend, in de ronde poort totdat deze weer naar
buiten komt. Houd de draad stevig vast en verwijder
de schroevendraaier van het aansluitblok. Hiermee
sluit u de veerklem op de draad die u deze stevig
vasthoudt. U kunt elke geopende poort op blok #48,
#49 en #50 gebruiken.
Bij de levering van aansluitblok 48 en 49 zijn deze al
aangesloten op de contacten van CR2 en CR3 via draad
531 en 532. Deze relaiscontacten zijn ook verbonden
met de 4-polige loopconnector en de 3-polige
fluxconnector aan de onderkant van de MAXsa™ 10-
controller. CR1 is beschikbaar voor een aparte
klantverbinding, maar wordt met CR2 IN- en
UITGESCHAKELD. Als u dus hulpapparatuur van
Lincoln gebruikt, hoeft u alleen maar 115 VAC aan te
sluiten op de contactstrip om de apparaten van stroom
te voorzien.
OPMERKING: De contacten van CR1 zijn bij de levering
niet verbonden met aansluitblok #48 en #49. Wanneer u
aansluitblok #48 en #49 van voeding voorziet. wordt er
geen spanning naar het CR1-relais overgebracht. Sluit
draden aan van aansluitblok #48 naar aansluitblok #4 en
van aansluitblok #49 naar aansluitblok #3 om de
gangbare contacten van het relais van stroom te
voorzien.
Wanneer de contactstrip eenmaal van stroom is
voorzien, is er altijd spanning op aansluitblok #3, #4
(indien aangesloten), #11, #17 en #18. Dit zijn de
ingangen naar de halfgeleiderrelaiscontacten. De
ingangsspanning is ook aanwezig voor aansluitblok #7,
#8 (indien aangesloten), #15, #21 en #22 vanwege de
normaal gesloten contacten op de relais. Wanneer het
CR1-relais onder stroom staat, wordt er ingangsstroom
geleverd aan aansluitblok #5 en #6 (indien aangesloten).
Staat het CR2-relais onder stroom, dan krijgt
aansluitblok #13 stroom geleverd. En wanneer het CR3-
relais onder stroom staat, wordt ingangsstroom geleverd
aan aansluitblok #19 en #20. CR1 en CR2 worden
tegelijkertijd IN- en UITGESCHAKELD.
Nederlands
#1: STEEK SCHROEVENDRAAIER HIER IN
#2: STEEK DRAAD HIER IN
#3: VERWIJDER SCHROEVENDRAAIER UIT
VEERKLEMGAT.
Afbeelding 3: Hulpaansluitingen
8
Nederlands