2.3 Bijzondere vormen van gevaar
2.3.1
Uitstroom van gas
Bij verkeerd gebruik of bij lekkages kan er uitstroom van gas plaatsvinden, dat voldoende kan zijn om
een explosiefmengsel te vormen.
Kapotte of beschadigde blazen kunnen leiden tot falen.
LET OP:
Bij het drukloos maken van de leiding kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Daarom is het van
belang dit gas, middels een anti-statische ontluchtingsslang, gecontroleerd boven maaiveld te
.
ontluchten
LET OP:
In geval van storingen zoals bijvoorbeeld:
- Kapotte frees,
- wanneer de plug niet door de afsluiter heen geplaatst kan worden.
Mag in geen geval een oplossing gerealiseerd worden, waarbij gas vrijkomt.
2.3.2 Gevaar door draaiende onderdelen
Wees erop bedacht dat tijdens het boren de aanboorspil en de voeding draait. Let er bovendien op
dat de hendel goed vastgehouden wordt bij het in en uit de leiding plaatsen van de zakpijp, teneinde
te voorkomen dat de hendel rond gaat draaien en de zakpijp door de druk in de leiding omhoog
schiet. Wees alert en draag beschermende kleding om risico's te vermijden.
2.4 Eisen aan de gebruiker
Het blazenzetapparaat mag alleen gebruikt worden door personen die opgeleid, geïnstrueerd en
geautoriseerd zijn. Ze moeten de gebruikshandleiding kennen en daarnaar handelen.
2.5 Betekenis van de gebruikte (veiligheids-) symbolen
Mogelijk letsel of levensgevaar, als de instructie niet wordt
opgevolgd.
LET OP! : Mogelijke risico van letsel als de instructies niet worden opgevolgd.
LET OP! : Waarschuwt voor mogelijke beschadiging aan het gereedschap.
Handleiding BZA-4-G1-NL 20201013
:
P a g i n a
| 8