Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

kleiss & co BZA-1-G1 Handleiding

Met voordrukmeting dn 80 – 400

Advertenties

Handleiding 1 bar blazenzetapparaat
BZA-1-G1 met voordrukmeting
DN 80 – 400
(met stoffen hoes blaas ook DN 500)
Deze gebruiksaanwijzing voor het eerste gebruik zorgvuldig
doorlezen!
Zorg ervoor dat u bekend bent met de bediening en de toepassingen
alvorens u het toestel in gebruik neemt.
KL-20200430

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor kleiss & co BZA-1-G1

  • Pagina 1 Handleiding 1 bar blazenzetapparaat BZA-1-G1 met voordrukmeting DN 80 – 400 (met stoffen hoes blaas ook DN 500) Deze gebruiksaanwijzing voor het eerste gebruik zorgvuldig doorlezen! Zorg ervoor dat u bekend bent met de bediening en de toepassingen alvorens u het toestel in gebruik neemt.
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Pagina 2 1. Productinformatie Pagina 3 Toepassingsgebied Pagina 3 Opbouw Pagina 3 Functiebeschrijving Pagina 3 Technische gegevens Pagina 4 Eisen voor het bedieningspersoneel Pagina 4 Toebehoren blazenzetapparaat Pagina 5 Toebehoren voor het aanboren en het plaatsen van pluggen Pagina 6 2.
  • Pagina 3: Productbeschrijving

    1. Productbeschrijving 1.1 Toepassingsgebied is bestemd voor het afsluiten van met diameters D Het blazenzetapparaat gasleidingen N 80 - 400 ( 500) -blazen is het ook mogelijk om het apparaat toe te passen bij bijvoorbeeld combinatie met de MDS het afsluiten van waterleidingen. Neem in bijzondere situaties contact met ons op. Voor schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik is de gebruiker verantwoordelijk De algemene voorschriften voor ongevallenpreventie en veiligheid moeten in acht genomen worden.
  • Pagina 4: Technische Gegevens

    1.4 Technische gegevens Toepassingsgebied : DN 80 – 400 Met MDS-blazen: Max. werkdruk : 1 bar bij DN 80 - DN 400, Oppompdruk : altijd 2,5 bar Met stoffen hoes blazen: Toepassingsgebied : DN 500 Max. werkdruk : 50 mbar Oppompdruk : 300 mbar Gewicht (alleen apparaat)
  • Pagina 5: Toebehoren Blazenzetapparaat

    1.6 Toebehoren blazenzetapparaat Omschrijving Aant. Blazenzetapparaat, compleet Met manometer en ¾“ ontluchtingsslang, 3 zakpijpen en 1 Blaasadapter Blazen: MDS 2 - Ø 80-120 MDS 3 - Ø 120-170 MDS 4 - Ø 140-215 MDS 5 - Ø 190-270 MDS 6 - Ø 240-315 MDS 7 - Ø...
  • Pagina 6: Toebehoren Voor Het Aanboren En Het Plaatsen Van Pluggen

    1.7 Toebehoren aanboren en plug plaatsen Omschrijving Aant. Aanboortoestel „Perfekt“-3 Aanboorspil, Ww ¾“ bi., 700 mm lang, voor afsluitingen DN 80 – DN 200 Nippel, Ww ¾“ bi. x G3/8“ bu. x M 12 bi. Aanboorspil, G 7/8“x WW 5/8“ bi., 720 mm lang, voor afsluitingen DN 250 – DN Frezen, Rp 3/8“...
  • Pagina 7: Algemene Veiligheidsvoorschriften

    Algemene veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften voor de gebruiker Het blazenzetapparaat werd ontworpen en gebouwd, rekening houdend met een risicobeoordeling en de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen en technische specificaties. Het toestel voldoet daarmee aan de stand van de techniek en waarborgt daarmee de maximale veiligheid, zolang er gewerkt wordt conform de gebruikshandleiding en de instructies opgevolgd worden.
  • Pagina 8: Algemene Veiligheidsvoorschriften

    2.2 Veiligheidsinstructies voor de gebruiker 2.2.1 Algemene veiligheidsvoorschriften 2.2.1.1 Houd uw werkomgeving schoon. Een rommelige werkomgeving leidt tot ongelukken. 2.2.1.2 Houd onbevoegden uit de buurt van het werkgebied. 2.2.1.3 Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen. Draag geschikte werkkleding. Draag geen loszittende kleding of sieraden. Ze kunnen verstrikt raken in bewegende delen. Het gebruik van handschoenen en stevige schoenen met stalen neuzen wordt aanbevolen.
  • Pagina 9: Bijzondere Vormen Van Gevaar

    2.2.2.3 Wijzigingen aan het aanboortoestel: Aan het blazenzetapparaat mogen om veiligheidsredenen, geen ongeautoriseerde wijzigingen aangebracht worden. Alle geplande wijzigingen moeten door Kleiss & Co. schriftelijk goedgekeurd worden. Gebruik alleen originele reserveonderdelen / originele slijtdelen / originele accessoires. Van andere onderdelen kan niet worden gegarandeerd dat zij voldoen aan de eisen op het gebied van ontwerp en productie.
  • Pagina 10: Veiligheids- En Gebruiksinstructies

    2.6 Veiligheids- en gebruiksinstructies (Algemene informatie – niet apparaat specifiek) Controleer bij het aanboren van Gebruik bij werkzaamheden aan kleine diameters altijd of de gasleidingen, geen elektrische aanboorspil beveiligd is, zodat aandrijvingen die niet voorzien zijn deze er niet per ongeluk uit kan van het Ex-keur (Atex).
  • Pagina 11: Transport

    3. Transport Om het blazenzetapparaat en de benodige accessoires te beschermen, adviseren wij u dringend om de apparatuur op te slaan en te vervoeren in transportkisten. Hierdoor kan beschadiging tijdens transport voorkomen worden en wordt de volledigheid van de apparatuur beter gegarandeerd. Bovendien dient men ervoor te zorgen dat het blazenzetapparaat, het aanboortoestel (inclusief toebehoren) en de blazen gescheiden van elkaar opgeslagen worden in aparte kisten.
  • Pagina 12: Bediening

    4. Bediening 4.1 voorbereidende stappen Afhankelijk van het buismateriaal wordt er een lassok gelast (op stalen leiding) of een zadel geplaatst (bij gietijzer, PVC, PE), gemonteerd of gelast op de PE-buis. Minimum aftakafstand, bij twee blazenzetapparaten achter elkaar, zie tabel 3! Ø...
  • Pagina 13: Aanboren

    De adapter voor de afsluiter wordt op de buitendraad van de lassok of zadel gemonteerd. De 3” kogelkraan op de adapter schroeven en sluiten. 4.2 Aanboren Afhankelijk van het materiaal van de leiding, wordt de frees geselecteerd (zie tabel 3- 6 - Pagina 12).
  • Pagina 14: Spanen Verwijderen

    4.3 Spanen verwijderen Ter bescherming van de blaas dienen de boorspanen bij staal en gietijzer aanboringen voor het plaatsen van de blaas verwijderd te worden. Dit kan gedaan worden door de magneetspil van onderaf in de aanboordome (zonder aanboortoestel) te schuiven en de aanboordome op de 3” kogelkraan te schroeven.
  • Pagina 15: Blazen Zetten

    TIP: In de put of op de rand van de put moet het soepel lopen van de blaas in de lans en het verlaten van de lans gecontroleerd worden. De testafsluiter aan de blaas bevestigen en met de blazenpomp de blaas oppompen tot max. 0,2 bar (de telescoop van de MDS-Blaas mag hierbij niet blokkeren).
  • Pagina 16 zakpijp gebruikte uitsparing stanglengte blaas Ø 38 MDS D2 - Ø 80-120 bovenste 240 mm Ø 48 MDS D3 - Ø 120-170 bovenste 220 mm MDS D4 - Ø 140-215 bovenste 250 mm MDS D5 - Ø 190-270 onderste 100 mm Ø...
  • Pagina 17: Opheffen Van Afsluiting

    TIP: Ruimte met stikstof vullen. D.m.v. een 1“ontluchtingskraan (kraan y) (zie afb.) wordt stikstof toegevoerd, aan een ander apparaat kan d.m.v. een ontluchtingsslang het gas afgevoerd worden, totdat de stikstofconcentratie voldoende hoog is. Na 15 minuten de oppompdrukken van de blazen bewaakt te hebben, kan de leiding drukloos gemaakt worden en de werkzaamheden uitgevoerd worden.
  • Pagina 18 Voorbeeld 1 : Leiding verlengen – druknivellering van korte stukken (ca. 5m) Afb. 1 Situatie afsluiting Afb. 2 Nivelleren van de druk voor de blaas d.m.v. een slang op de voordrukmeting van apparaat 1 en op de voordrukmeting van apparaat Afb.
  • Pagina 19 : Leiding verlenging – druknivellering d.m.v. een afblaas Voorbeeld 2 Afb.1 Situatie afsluiting Afb. 2 - Druk van blaas aflaten, omdat het aan beide zijden drukloos is. - Druknivellering door stikstof in te brengen door de afblaas, de lucht uit de werkplek d.m.v.
  • Pagina 20 Voorbeeld 3: Nieuwe aanleg of reparatie met 4 blazenzetapparaten (ringleiding) Druknivellering bij korte afstanden - Afb. 1 Situatie afsluiting Afb. 2 De druk van blaas aflaten (apparaat 2), omdat beide zijden drukloos zijn. Door de voordrukmeting van apparaat 3 en 4 de druk nivelleren aan beide zijden van de blaas van apparaat 4.
  • Pagina 21 Voorbeeld 4: Nieuwe aanleg of reparatie met 4 blazenzetapapraten (ringleiding) Druknivellering bij lange afstanden Afb. 1 Situatie afsluiting Afb. 2 Blaas (apparaat 2) trekken, omdat beide zijden drukloos zijn. Door de voordrukmeting van apparaat 3 en 4 de druk nivelleren aan beide zijden van de blaas van apparaat 4.
  • Pagina 22 Bij het druknivelleren met perslucht (stikstof etc.) in geen geval de leidingdruk (max. 1 bar) overschrijden! INFO: Bij het gebruik van de stoffen hoes blaas DN 500 is nivelleren niet noodzakelijk, maar wel makkelijker. Bij de stoffen hoes blaas DN 500 is de maximale af te sluiten werkdruk van max.
  • Pagina 23: Plug Plaatsen

    4.7 Plug plaatsten De plug aan de plugspil bevestigen. INFO: De stalen pluggen met buitenvierkant worden, middels 2 inbusbouten en inbussleutels SW 4, aan de bijbehorende plugspil gemonteerd. De plugspil met plug wordt van onderaf volledig in de aanboordome geschoven. De aanboordome op de 3“...
  • Pagina 24: Hulp Bij Storingen

    5. Hulp bij storingen Om storingen bij het gebuik van het blazenzetapparaat te voorkomen, moet vooraf altijd de gebruiksaanwijzing gelezen worden. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften! In geval van problemen moeten deze eerst worden opgelost alvorens verder te gaan. 5.1 Tabel met mogelijke storingen en hulp bij het oplossen hiervan.
  • Pagina 25 Storing Mogelijke oorzaak Oplossing De oppompdruk van de MDS blaas moet 2,5 bar zijn (stoffen hoes blaas DN500 – 300 mbar). Indien de Verkeerde oppompdruk De geplaatste blaas schiet blaas in de leiding geschoten is dient deze opnieuw in de leiding geplaatst te worden! Let op: eerst druk nivelleren! Max.
  • Pagina 26: Onderhoud

    6. Onderhoud Onderhoud is een voorwaarde voor veilig werken en een lange levensduur van het blazenzetapparaat. Het juiste onderhoud, opslag en gebruik van de afsluitblaas is van groot belang om veiligheid en een lange levensduur te garanderen. 6.1. Reinigen en opslaan Na gebruik dient het blazenzetapparaat en het aanboortoestel gereinigd en geölied of ingevet te worden.
  • Pagina 27 Testinstructies Als de testdatum, op het label (op de vulslang van de blaas) ouder is dan 3 jaar, moet de blaas voor ieder gebruik als volgt getest worden: Buiten de leiding:Testadapter of de manometerstang bevestigen aan de blaas en met lucht vullen, tot een druk van ongeveer 200 mbar (de telescoopstang van de MDS blaas mag niet blokkeren) bereikt is.
  • Pagina 28: Onderdelenlijst

    7. Onderdelenlijst 7.1 Onderdelen en toebehoren blazenzetapparaat Benaming Manometer voor blaas, compleet Manometer voor voordrukmeting 0-1 bar, compleet Manometer voor blaas, los Manometer voor voordrukmeting, los Manometerbeschermkap, los Manometerbeschermkap, los Snelkoppeling (mannetje), ¼“ Snelkoppeling, (vrouwtje), ¼“ Kogelkraan ¼“ bu.dr met slangtule Slangtule ¼“, los Greep voor Kogelkraan ¼“...
  • Pagina 29: Aanvullende Informatie

    8. Aanvullende informatie Veiligheidsafstand bij het doorhalen van de leiding Deze afstanden moeten aangehouden worden, als op de werkplek, tegen ons advies in ,de blazen richting de werkplek geplaatst worden. De veiligheidsafstand bij het doorhalen van de leding bij geplaatste blazen moet te allen tijde in acht genomen worden, om de blazen tijdens het doorhalen niet in gevaar te brengen.
  • Pagina 30: Gebruik Van Blazen Bij Lage Temperaturen

    8.2 Gebruik van blazen bij lage temperaturen In een voorgaand hoofdstuk staat dat de temperatuur waarbij blazen geplaatst kunnen worden tussen 5°C en 65°C moet zijn. Mocht hiervan afgeweken worden, door blazen te plaatsen bij lagere temperaturen, dan is onze ervaring dat dit ook resulteert in meer storingen. De blaas bestaat uit natuurrubber en kunststoffen.
  • Pagina 31: Controle Van De Blazen En Blazenzetapparaat

    8.3 Controle van blazen en blazenzetapparaat Voor blazen die ingezet worden in de openbare gasvoorziening dient te allen tijde de betreffende regel- en wetgeving in acht genomen te worden. Daarom dienen de blazen en de blazenzetapparatuur gecontroleerd te worden alvorens ingezet te worden op de werkplek. Blazen dienen dicht (lekvrij) en onbeschadigd te zijn en de instructies in de handleiding van de leverancier over het onderhoud, opslag en de behandeling alsmede het testen dienen in acht genomen te worden.
  • Pagina 32: Checklist Voor Het Blazenzetapparaat

    Checklist voor blazenzetapparaat Volledigheid van het apparaat! Fuctionaliteit van de bewegende delen: - De afsluiters dienen onbeschadigd te zijn en soepel te werken! - De positie van de kogelkraan dient niet verdraaid te zijn! - De zakpijp is eenvoudig te monteren aan de lans! - De manometerstang dient soepel in de lans heen en weer te kunnen bewegen.
  • Pagina 33: Wettelijke Voorschriften

    8.4 Wettelijke voorschriften Houd er rekening mee dat het gereedschap op elkaar afgestemd is en dat er alleen originele onderdelen gebruikt moeten worden. Deze op elkaar afgestemde onderdelen garanderen, bij correct gebruik, een storingsvrije toepassing. Bij het niet naleven van bovenstaande informatie komen onze leveringsvoorwaarden te vervallen Wij wijzen in dat geval alle garanties, klachten of terugbetalingen van de hand.

Inhoudsopgave