Installatie
•
Aard de kabel overeenkomstig de
aardingsinstructies in 2.4.2 Aardingsvereisten.
•
Alle frequentieomvormers kunnen zowel met een
geïsoleerde ingangsbron als met voedingskabels
met een aardreferentie worden gebruikt. Als de
frequentieomvormer stroom ontvangt van een
geïsoleerde netbron (IT-net of zwevende
driehoekschakeling) of TT/TN-S met één zijde
geaard (geaarde driehoekschakeling), moet u
14-50 RFI-filter instellen op Uit. Bij de instelling Uit
worden de interne RFI-filtercondensatoren tussen
het chassis en de tussenkring geïsoleerd om
beschadiging van de tussenkring te voorkomen
en de aardcapaciteitsstromen te reduceren
overeenkomstig IEC 61800-3.
2.4.5 Stuurkabels
•
Isoleer stuurkabels van hoogvermogencompo-
nenten in de frequentieomvormer.
•
Wanneer de frequentieomvormer in verband met
PELV-isolatie is aangesloten op een thermistor
moet de optionele stuurkabel voor de thermistor
worden versterkt/dubbel worden geïsoleerd. Het
gebruik van een 24 V DC-voeding wordt
aanbevolen.
2.4.5.1 Toegang
•
Verwijder de afdekplaat met behulp van een
schroevendraaier. Zie Afbeelding 2.14.
•
Of verwijder de voorplaat door de bevestigings-
schroeven los te draaien. Zie Afbeelding 2.15.
Afbeelding 2.14 Toegang tot de stuurklemmen voor behuizing
A2, A3, B3, B4, C3 en C4
®
VLT
HVAC Drive Bedieningshandleiding
®
MG.11.AE.18 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Afbeelding 2.15 Toegang tot de stuurklemmen voor behuizing
A4, A5, B1, B2, C1 en C2
Raadpleeg Tabel 2.2 voordat u de afdekkingen vastzet.
Frame
IP 20
IP 21
A4/A5
-
B1
-
B2
-
C1
-
C2
-
* Geen schroeven om aan te halen
- Bestaat niet
Tabel 2.2 Aanhaalmomenten voor afdekkingen (Nm)
IP 55
IP 66
-
2
2
*
2,2
2,2
*
2,2
2,2
*
2,2
2,2
*
2,2
2,2
17
2
2