11.3 ALPHA3, XX-40
p
H
[kPa]
[m]
100 %
40
4
93 %
30
83 %
3
72 %
20
2
60 %
10
1
44 %
0
0
0.0
0.2
0.4
0.6
0.8
1.0
0.0
0.1
0.2
P1
[W]
20
15
10
5
0
0.0
0.2
0.4
0.6
0.8
1.0
p
H
[kPa]
[m]
40
4
30
3 m
3
20
2
10
1
0
0
0.0
0.2
0.4
0.6
0.8
1.0
0.0
0.1
0.2
P1
[W]
20
15
10
5
0
0.0
0.2
0.4
0.6
0.8
1.0
Toerental
Min.
Max.
Zie paragraaf
Aansluitingen
afsluitersets.
Systeemdruk
Maximaal 1,0 MPa (10 bar)
Vloeistoftemperatuur
2-110 °C (TF 110)
≤ 0,15
Specifieke EEI
De pomp is uitgerust met een overspanningsbeveiliging.
Q [m³/h]
1.2
1.4
1.6
1.8
2.0
2.2
2.4
Q [l/s]
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
Q [m³/h]
1.2
1.4
1.6
1.8
2.0
2.2
2.4
2.4 m
1.6 m
Q [m³/h]
1.2
1.4
1.6
1.8
2.0
2.2
2.4
Q [l/s]
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
Q [m³/h]
1.2
1.4
1.6
1.8
2.0
2.2
2.4
P1 [W]
I
[A]
1
3
0,04
18
0,18
5.5.1 Koppelingen en
Capaciteitsbereik
Automatische nachtinstelling
Standaardcurve (fabrieksinstelling)
Voorbeeld van constante curve met overeen-
komstig setpoint.
p
H
[kPa]
[m]
40
4
30
3 m
3
20
2
10
1
0
0
0.0
0.2
0.4
0.6
0.8
1.0
0.0
0.1
0.2
0.3
P1
[W]
20
15
10
5
0
0.0
0.2
0.4
0.6
0.8
1.0
2.1 m
1 m
Q [m³/h]
1.2
1.4
1.6
1.8
2.0
2.2
2.4
Q [l/s]
0.4
0.5
0.6
0.7
Q [m³/h]
1.2
1.4
1.6
1.8
2.0
2.2
2.4
25