6.2.7 Constante curve
Bij constante curve werkt de pomp met een constante curve,
onafhankelijk van de actuele debietvraag in het systeem. De
pompcapaciteit volgt de geselecteerde constante curve. De
keuze van de instelling voor constante curve hangt af van de ken-
merken van het verwarmingssysteem en de actuele warmte-
vraag.
Het setpoint voor de curve wordt door de gebruiker gedefinieerd
in de Grundfos GO Remote-app. Het toerental als percentage van
het maximale toerental kan willekeurig worden gekozen tussen
de minimale en maximale constante curve in intervallen van 1 %.
H
Afb. 26 Instellingen voor constante curve
ALPHA3
Afb. 27 Bedieningspaneel in constante curvemodus
6.2.8 Automatische nachtinstelling
Als automatische nachtinstelling is ingeschakeld, schakelt de
pomp automatisch tussen normaal bedrijf en de curve voor auto-
matische nachtinstelling.
De pomp schakelt over op automatische nachtinstelling wanneer
er in de aanvoerleiding binnen ongeveer twee uur een tempera-
tuurdaling van meer dan 10 tot 15 °C wordt gemeten. De tempe-
ratuurdaling moet ten minste 0,1 °C/min bedragen.
Omschakeling naar normaal bedrijf vindt plaats zonder tijdsver-
traging als de temperatuur ongeveer 10 °C gestegen is. U hoeft
niet de automatische nachtinstelling opnieuw in te schakelen als
de voedingsspanning is uitgeschakeld.
Als de voedingsspanning wordt uitgeschakeld wanneer de pomp
op de curve voor automatische nachtinstelling draait, start de
pomp in normaal bedrijf. De pomp schakelt terug naar de curve
voor automatische nachtinstelling wanneer weer aan de omstan-
digheden voor automatische nachtinstelling wordt voldaan.
Als het verwarmingssysteem te weinig warmte geeft, controleer
dan of de automatische nachtinstelling is ingeschakeld. Zo ja,
schakel de functie dan uit.
14
Om te zorgen voor een optimale werking van de automatische
nachtinstelling moet aan de volgende voorwaarden worden vol-
daan:
•
De pomp moet in de aanvoerleiding worden geïnstalleerd.
•
De boiler moet zijn voorzien van een automatische regeling
van de vloeistoftemperatuur.
Volg de instructies in paragraaf
ling" in- en uitschakelen
schakelen.
6.3 Richtlijnen voor selectie van de regelmodus
Q
Systeemtype
Systeem met één leiding
Systeem met twee leidin-
gen
Vloerverwarming
Gecombineerd systeem
met twee leidingen en
vloerverwarmingssysteem
Verandering van aanbevolen naar alternatieve
pompinstelling
Verwarmingssystemen zijn relatief langzame systemen die niet
binnen enkele minuten of uren op het optimale bedrijf kunnen
worden ingesteld.
Als de aanbevolen pompinstelling niet de gewenste warmtedistri-
butie geeft in de kamers van het huis, wijzig dan de pompinstel-
ling naar het getoonde alternatief.
7.6 "Automatische nachtinstel-
om "Automatische nachtinstelling" in te
Gebruik de automatische nachtinstelling niet wan-
neer de pomp in de retourleiding van het verwar-
mingssysteem is geïnstalleerd.
Automatische nachtinstelling is beschikbaar in alle
regelmodi. De pomp moet worden ingesteld op de
bedrijfsmodus "Normaal".
Pompinstelling
Aanbevolen
Constante druk
Radiatormodus
Vloerverwar-
mingsmodus
Radiator- en
vloerverwar-
mingsmodus
Alternatief
Constante curve
Proportionele
druk
Constante druk
Proportionele
druk