5. Het product in bedrijf nemen
5.1 Voor de start
Schakel de pomp pas in wanneer het systeem met vloeistof is
gevuld en volledig is ontlucht. Zorg ervoor dat de minimale voor-
druk voldoende is voor de pompingang. Zie paragraaf
9. Technische
specificaties. Raadpleeg paragraaf
ontluchten
voor instructies voor het ontluchten van het systeem.
5.2 Eerste keer opstarten
Nadat u het product hebt geïnstalleerd, zie paragraaf
duct
installeren, schakelt u de voedingsspanning in. Het lampje
op het bedieningspaneel geeft aan dat de voedingsspanning is
ingeschakeld. Zie afb. 7.
De pomp is in de fabriek ingesteld op tussenliggende proportio-
nele drukcurve, PP2.
1 x 230 V ± 10 %
∽ 50/60 Hz
1/On
0/Off
Afb. 7 De pomp inschakelen
5.3 De pomp ontluchten
5.3 De pomp
3. Het pro-
Afb. 8 De pomp ontluchten
De pomp wordt automatisch ontlucht via het systeem. U hoeft de
pomp niet te ontluchten voordat u deze inschakelt.
Lucht in de pomp kan geluid veroorzaken. Dit geluid verdwijnt als
de pomp enkele minuten heeft gedraaid.
U kunt de pomp snel ontluchten door deze op toerental III in te
stellen. Hoe snel de pomp wordt ontlucht is afhankelijk van de
systeemgrootte en het ontwerp.
Wanneer de pomp ontlucht is, d.w.z wanneer het eventuele
geluid is verdwenen, stelt u de pomp in volgens de aanbevelin-
gen. Zie paragraaf
U kunt het systeem niet onluchten via de pomp. Zie paragraaf
6.
Productintroductie.
7.
Regelfuncties.
De pomp mag niet drooglopen.
7