• het niet opmerken van ernstige hypoglykemie (verlaagde bloedglucose) of hyperglykemie
(verhoogde bloedglucose)
• het nemen van een behandelbeslissing die letsel tot gevolg heeft
Situaties waarin geen kalibratie moet worden uitgevoerd
Kalibreer niet als uw bloedglucosewaarde met significante snelheid verandert, normaal gesproken
meer dan 2 mg/dl per minuut. Kalibreer niet als het scherm van uw ontvanger de enkele of dubbele
pijl voor stijging of daling weergeeft. Dit duidt erop dat uw bloedglucosewaarde snel stijgt of daalt.
Kalibreren tijdens een snelle stijging of daling van bloedglucose kan de nauwkeurigheid van de sensor
beïnvloeden.
Samenvatting
Nu kunt u:
• Omschrijven wat een veiligheidsverklaring is
○ Het verschil uitleggen tussen een indicatie en een contra-indicatie
○ Het belang van waarschuwingen aangeven
○ Aangeven wat een voorzorgsmaatregel is
• Een overzicht geven van de veiligheidsverklaringen
Wat volgt nu?
Het volgende hoofdstuk geeft u een algemeen overzicht van het G5 Mobile-systeem van Dexcom.
Gebruikersgids Dexcom G5 Mobile-systeem
Indicaties voor gebruik en veiligheidsverklaring
18