Inhoudsopgave
Advertenties
Uw insulinepomp voert vervolgens een
functietest uit. Zie hoofdstuk 2.3,
pagina 21.
Na de functietest wordt de displayweergave
Slang vullen?
weergegeven.
11
Druk op o om de slang van de
infusieset met insuline te vullen.
w WAARsChUWIng
Als er (bijvoorbeeld voor
trainingsdoeleinden) een lege ampul in de
insulinepomp is geplaatst, geeft de
insulinepomp de ingestelde
insulinetoedieningen (vullen van de
infusieset, basale dosering en
bolustoedieningen) weer, zelfs als er,
omdat de ampul leeg is, geen insuline
wordt toegediend.
vervangen van het slanggedeelte
(adapter en slang)
Nadat u een nieuwe adapter heeft
aangesloten, is het essentieel dat u het
slanggedeelte en de canule met insuline
vult. De voor het vullen van de infusieset
benodigde hoeveelheid insuline, wordt niet
opgenomen in het overzicht van de per dag
toegediende hoeveelheid insuline.
IngeBRUIKnAMe vAn UW InsULInepOMp
Houd de insulinepomp tijdens het vullen
verticaal, zodat de adapter omhoog wijst om
eventueel achtergebleven luchtbellen uit de
ampul en de slang te laten ontsnappen. Als
er geen insuline uit het koppelingsdeel komt
of als er zich na het vullen luchtbellen in de
slang bevinden, moet u de vulprocedure
herhalen tot de infusieset vrij van
luchtbellen is en volledig is gevuld met
insuline.
w WAARsChUWIng
De aanwezigheid van luchtbellen in de
ampul en de infusieset kan leiden tot de
infusie van lucht in plaats van insuline.
Uw lichaam krijgt in dit geval niet de
vereiste hoeveelheid insuline toegediend.
Verwijder luchtbellen tijdens het vullen
van de ampul en de infusieset, waarbij de
slang van uw lichaam moet zijn
afgekoppeld.
De displayweergave
12
Zorg ervoor, dat de infusieset niet met uw
lichaam is verbonden.
Druk op o om dit te bevestigen.
w WAARsChUWIng
Vul nooit een slang, die nog met uw
lichaam is verbonden, aangezien hierbij
het risico van een ongecontroleerde
insulinetoediening bestaat. Volg de
Slang vullen
verschijnt.
2
31
Advertenties
Inhoudsopgave
